U opent klep en actuator door tegen de klok in te draaien en sluit ze
door met de klok mee te draaien.
OpMeRKINg: De klep en actuator moeten bij
het aansluiten in dezelfde stand staan. Als de
klep in de stand open staat, wordt de actuator
tegen de klok ingedraaid voor het aansluiten,
en als de klep gesloten is, wordt de actuator
met de klok meegedraaid voor het aansluiten.
In de afbeelding hieronder ziet u de klep en
markeringen op de klepsteel in de stand geo-
pend (koeling/verwarming op max.).
4.
Bereid bedrading voor en sluit deze aan tussen
de ventilatieunit, de geothermische pomp en de
actuator, zoals afgebeeld in het aansluitschema
achter in deze handleiding.
Apparatuur voor geothermische voor-
verwarming / voorkoeling installeren
Een spiraal voor geothermische voorverwarming /
voorkoeling kan in het ventilatiesysteem worden geïn-
stalleerd om de energie-efficiëntie van het systeem te
verbeteren. Er wordt altijd een kanaalspiraal gebruikt
als een hydronische voorverwarmingspiraal nodig is.
De spiraal wordt in het buitenluchtkanaal voor de ven-
tilatieunit gemonteerd. Het kanaal of de spiraal moet
zijn voorzien van een filter om te voorkomen dat er
vuil in de spiraal komt.
Om bevriezing van de spiraal te voorkomen, moet de
brine die wordt gebruikt in het spiraalsysteem, vol-
doen aan de lokaal geldende temperatuurwaarde. In
Helsinki moet de brine nog functioneel zijn bij -26°C,
terwijl in Lapland de temperatuurwaarde -38°C is.
Het voorverwarmings-/voorkoelingssysteem kan
worden gebouwd als deel van het geothermische ver-
warmingssysteem (optie 1) of als apart systeem (optie
2).
Gedetailleerde hoofdschema's vindt u achter in deze
handleiding.
Optie 1:
Er wordt een bodemcircuit gebouwd voor de voor-
verwarmings-/koelingsspiraal. Om bevriezing van het
systeem te voorkomen, moet de brine in het circuit
voldoen aan de lokaal geldende temperatuurwaarde.
De automatische regeling van de ventilatieunit regelt
de temperatuur van het systeem. De ventilatieunit
stuurt de circulatiepomp en de driewegregelklep aan.
Installatie:
1.
Monteer de koelings-/verwarmingsspiraal in het
toevoerluchtkanaal.
2.
Sluit de condensuitlaat aan.
3.
Bouw een aparte pompgroep voor het circuleren
van de koelbrine naast de koelings-/verwarmings-
spiraal van de ventilatieunit.
4.
Sluit de bedrading aan tussen de ventilatieunit,
de circulatiepomp en de actuator.
Optie 2:
Een apart circuit wordt afgezonderd van de brine van
de geothermische pomp voor de koelingspiraal. Om
bevriezing van de spiraal te voorkomen, moet de brine
in het circuit voldoen aan de lokaal geldende tempe-
ratuurwaarde. Daarnaast wordt een warmtewisselaar
geïnstalleerd in het spiraalsysteem om de functiona-
liteit van de geothermische pomp te waarborgen. De
voorverwarmings-/voorkoelingsspiraal levert alleen
voordeel op als er enige stroming is in de collector van
de geothermische pomp. De temperatuur wordt gere-
geld met de eigen automatische regeling van de ven-
tilatieunit. De ventilatieunit stuurt de circulatiepomp
en de driewegregelklep aan.
Installatie:
1.
Monteer de koelingsspiraal in het
toevoerluchtkanaal.
NL
151
Installatie-instructies