• Modbus-adres 1 (standaard)
• Communicatiestandaard RS485
• Modbus-verkeer via Freeway-aansluiting van
controllerkaart
• Snelheid 19200 bps
• 8-bits
• Geen pariteit
De volgorde van de Freeway-stekkerpennen:
1= +12V
2= A
3= B
4= GND
X5
X4
X7
X6
X12
X10
MD EMOKORTTI
X9
TULO
X27
4
3
2
1
Modbus-registers zijn beschikbaar op de website van
Ensto Enervent op www.enervent.fi/products/Freeway.
wAARschuwINg: Sluit de externe bus niet
aan op het moederbord voordat de bus is
geprogrammeerd en compatibel is met de
regelparameters van de unit.
Installatie
OpMeRKINg: Controleer voor u begint met
de installatie van de ventilatieunit of zich geen
vreemde voorwerpen bevinden in de ventilatieunit en
het kanaalsysteem.
• Raadpleeg de maatschets achter in deze handlei-
ding voor uw specifieke type ventilatieunit.
• Controleer de volgorde van kanaalaansluitingen om
gekruiste aansluitingen te voorkomen.
154
X3
X2
X1
X19
Ethernet
JP2
JP5
X28
X26
A B
GND
+12V
DO1
MODBUS-RTU
• Start de ventilatieunit pas als het gebouw in
gebruik wordt genomen, ook als de unit eerder
wordt geïnstalleerd.
• Als de ventilatieunit te vroeg wordt gestart, raakt
het ventilatiesysteem vervuild door bouwstof.
• De kanaalaansluitingen van de ventilatieunit zijn
even groot als het kanaal. Gebruik een koppelstuk
om de unit aan te sluiten op het kanaal.
• Isoleer het kanaal helemaal tot aan de behuizing
van de unit.
Extra materialen die vereist zijn
voor installatie
Materiaal
Beschrijving van gebruik
Schroeven
Voor montage van de achterste montagebeugel en ven-
tilatieunit aan de wand (indien van toepassing). Selecteer
schroeven die geschikt zijn voor het materiaal van de
wand.
Plaatschroeven
Voor bevestiging van de achterste montagebeugel op de
ventilatieunit.
Wandaan-
Voor installatie van wandmontageset van eAir.
sluitdoos
Kabels
Zoals aangegeven in het hoofdstuk Elektrische installatie
voorbereiden
Ducttape
Voor afdichten.
Isolatieplaten
Voorkomen van contactgeluid.
(zacht
schuimplastic)
DO2
Isolatiemateriaal
Vasthouden van warmte en koelte.
(schuimplastic
en/of wol, afhan-
kelijk van locatie
van installatie
van de unit)
Klinknagels
Voor bevestigen van de ventilatiekanalen op de unit.
Waterpas
Om te zorgen dat de unit waterpas is.
Waterpijp
Voor aansluiten van kanaalspiralen en voor afvoer van
condens.
Sifon
Voor condensafvoer.
Koppelstukken
Voor bevestiging van de kanalen in het ventilatiesysteem.
voor aansluiting
OPMERKING: Gebruik waar nodig altijd koppelstukken.
van kanaal
Jalouziekleppen
Om koude lucht buiten te houden.
Geluidsdempers
Om mogelijk geluid terug te dringen.
Geschikte
Voor montage van sensoren in de kanalen.
pakkingringen
voor op kanalen
gemonteerde
sensoren