enervent eAir Instructions D'installation page 230

Masquer les pouces Voir aussi pour eAir:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

4.
Zet de kanalen met klinknagels vast aan de plaat
voor plafondmontage.
Zorg dat er geen openingen zijn tussen de isolatie
en de kanalen.
5.
Houd rekening met het gewicht van de eenheid
bij het vastschroeven van de plaat aan het pla-
fond. De gewichten van alle units vindt u in de
tabel met technische gegeven aan het einde van
deze instructie.
Apparatuur voor geokoeling installeren
Als een geothermische warmtepomp wordt gebruikt,
kan met de koude brine in het bodemcircuit de bin-
nenkomende lucht in de zomertijd worden gekoeld.
Het systeem kan op twee manieren worden gereali-
seerd. De oplossing kan worden gecirculeerd door de
geothermische pomp (optie 1) of er kan een aparte
pomp worden gebruikt (optie 2). De koelingspiraal
kan in de ventilatieunit zijn ingebouwd of er een
kanaalspiraal worden gebruikt, afhankelijk van het
model. Een kanaalspiraal wordt in het toevoerluchtka-
naal achter het ventilatieapparaat gemonteerd.
Gedetailleerde hoofdschema's vindt u achter in deze
handleiding.
Optie 1:
Met een geothermische warmtepomp wordt de brine
ook in de toevoerluchtspiraal gecirculeerd.
De levering omvat het volgende
• een relais voor het starten van de brinepomp. De
relais bevindt zich op moederbord DO3 van de unit.
• een driewegregelklep (Termomix D32S) die nodig is
voor koeling en
• de actuator (Belimo NRYD24-SR-W + installatieset
MS-NRE).
De temperatuur wordt geregeld met de eigen auto-
matische regeling van de ventilatieunit. De ventilati-
eunit stuurt de geothermische warmtepomp en de
driewegregelklep aan.
Installatie:
1.
Monteer de koelingspiraal horizontaal in het
toevoerluchtkanaal (in het geval van een
kanaalspiraal).
2.
Isoleer een apart circuit voor de koelingspiraal.
Vergeet de eenwegklep niet. Volg het hoofd-
schema achter in deze handleiding.
150
3.
Sluit de condensuitlaat aan.
4.
Installeer de driewegklep en de actuator in het
leidingwerk van de bodemcollector. De actu-
ator regelt de vereiste brinestroom naar de
koelingspiraal.
OpMeRKINg: De klep en actuator moeten bij
het aansluiten in dezelfde stand staan. Als de
klep in de stand open staat, wordt de actuator
tegen de klok ingedraaid voor het aansluiten,
en als de klep gesloten is, wordt de actuator
met de klok meegedraaid voor het aansluiten.
In de afbeelding hieronder ziet u de klep en
markeringen op de klepsteel in de stand geo-
pend (koeling/verwarming op max.) .
5.
Sluit de bedrading aan tussen de ventilatieunit,
de geothermische pomp en de actuator.
Optie 2:
Met een aparte pomp wordt de brine in de toevoer-
luchtspiraal gecirculeerd.
De levering omvat het volgende
• een relais voor het starten van de circulatiepomp
voor de koelingspiraal van de ventilatieunit. De
relais bevindt zich op moederbord DO3 van de unit.
• een driewegregelklep (Belimo R3) die nodig is voor
koeling en
• de actuator (Belimo TR24-SR).
De temperatuur wordt geregeld met de eigen auto-
matische regeling van de ventilatieunit. De ventilati-
eunit stuurt de circulatiepomp en de driewegregel-
klep aan.
De warmtepomp wordt niet gestart voor
ventilatiekoeling.
Installatie:
1.
Monteer de koelingspiraal in het toevoerluchtka-
naal (in het geval van een kanaalspiraal).
2.
Sluit de condensuitlaat aan.
3.
Bouw een aparte pompgroep met klep en actua-
tor voor het circuleren van de koelbrine naast de
koelspiraal van de ventilatieunit.
Volg het hoofdschema achter in deze
handleiding.

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières