•
Tijdens een MRI-scan moet de Luer-klep buiten het in beeld
te brengen gebied worden vastgezet, om beweging en
beeldvervorming te voorkomen.
Instructies
1. De arts moet bepalen of er een Shiley™ neonatale of pediatrische
tube moet worden gebruikt.
2. Test vóór gebruik de integriteit van de cuff, de controleballon en
de klep. Blaas de cuff op met het luchtvolume dat wordt vermeld
in tabel 1. Kijk of de cuff na verloop van tijd (2-10 minuten)
leegloopt of dompel de tube minimaal 10 seconden onder in
een steriele zoutoplossing en kijk of er lucht ontsnapt. Na de
opblaastest moet alle lucht volledig worden verwijderd. Gebruik
de tube niet en neem een andere als u constateert dat de cuff lekt.
3. Breng de obturator in het proximale uiteinde van de
tracheostomietube in. Wanneer de obturator zich in de juiste
positie bevindt, steekt deze iets naar buiten uit de distale tip.
4. Een dun laagje in water oplosbaar glijmiddel moet op de tube
en het uitstekende deel van de obturator worden aangebracht
om het inbrengen te vergemakkelijken. Breng de tube in met de
obturator volledig op zijn plaats aangebracht.
5. Wanneer de tube goed op zijn plaats zit, verwijdert u de obturator
onmiddellijk en controleert u de ademhaling. Bewaar een
vervangende tube en obturator op een goed bereikbare plaats in
de buurt van de patiënt, voor het geval die nodig zijn als de tube
losraakt.
6. Nadat de tube bij de patiënt is ingebracht, bepaalt de arts of
de cuff moet worden opgeblazen. Als opblazen van de cuff
geïndiceerd is, moet de cuff langzaam worden opgeblazen met
een hoeveelheid lucht die net toereikend is om een effectieve
afdichting te realiseren. Routinematige bewaking van de cuffdruk
wordt aanbevolen.
7. Verwijder de injectiespuit uit de klep na het opblazen van de cuff.
8. Verzeker u ervan dat het cuffopblaassysteem niet lekt. De
integriteit van het cuffopblaassysteem moet regelmatig worden
gecontroleerd. Elke afwijking van de vereiste afdichtingsdruk
moet worden onderzocht en genoteerd.
9. Maak de nekband vast aan het oogje in de flens. Buig de hals van
de patiënt voorover en knoop de nekband vast. De nekband is
goed afgesteld als er één vinger speling tussen de nekband en de
hals van de patiënt zit.
10. Volg de momenteel gangbare medische procedures voor
afzuiging om excreties te verwijderen.
11. Voordat u de tube bij de patiënt verwijdert, leegt u de cuff door
een injectiespuit in de klep te steken en de lucht langzaam te
32