NL
2.5 Voor de reiniging
VOORZICHTIG
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR
BESCHADIGING BIJ DE REINIGING
Voor de reiniging van de veiligheidsinrichtingen
geen borstels, schuurmiddelen en chemicaliën
gebruiken, omdat de veiligheidsinrichtingen anders
beschadigd kunnen raken en er verbrandingsgevaar
door uittredend stoom bestaat.
⇨
Reinigings- en onderhoudsaanwijzingen in acht
nemen.
⇨
Kookgerei na elke reiniging goed afdrogen.
2.6 Noodzakelijke reparaties
VOORZICHTIG
BESCHADIGING DOOR INCORRECTE
REPARATIES / ONJUISTE
RESERVEONDERDELEN
Reparaties alleen door een specialistische dealer
laten uitvoeren, omdat de snelkookpan anders
beschadigd kan raken of de veiligheidsinrichtingen
niet meer correct werken waardoor er
verbrandingsgevaar bestaat.
⇨
In het geval van reparaties naar een
specialistische dealer gaan.
⇨
Handgrepen, die gescheurd zijn of niet meer
correct in positie zitten, door een specialistische
dealer laten vervangen.
⇨
Alleen originele reserveonderdelen voor de
snelkookpan gebruiken.
2.7 Over de typen fornuizen
VOORZICHTIG
TE GEBRUIKEN TYPEN FORNUIZEN EN
GROOTTE VAN DE KOOKPLATEN
De snelkookpan mag alleen met inductie-, glas-
keramische, gas- of elektrische fornuizen worden
gebruikt. De diameter van de kookplaten resp. de
gasvlam mag niet groter zijn dan de bodem van de pan.
186
Gebruikershandleiding
⇨
⇨
⇨
⇨
2.8 Levensduur verhogen
Om de levensduur van de snelkookpan te
behouden...
⇨
⇨
⇨
3. Snelkookpan uitpakken
1.
Verpakking openen en controleren of alle
onderdelen aanwezig zijn.
/ Pan
/ Deksel
•
•
/ Afdichtingsring (grijs)
/ Gebruikershandleiding met garantieverklaring
Bij gasfornuizen mag de gasvlam niet tot
buiten de bodem van de pan uitkomen.
Voor een optimale warmteoverdracht
en aansluiting op het fornuis moeten
de grootte van de pan en de kookplaat
overeenstemmen.
Bij glas-keramische- of elektrische
fornuizen mag de diameter van de
kookplaat niet groter zijn dan 190 mm.
Bij inductiefornuizen kan bij hoge warmte-
instellingen een zoemgeluid ontstaan. Dit is
technisch normaal en geen teken voor een
defect aan de kookplaat of de snelkookpan.
OPGELET
BESCHADIGING VAN DE
SNELKOOKPAN
Kookgerei nooit tegen de rand van de pan
aanslaan.
Zout alleen toevoegen aan kokend water en
omroeren, zodat de bodem van de pan niet
wordt aangetast.
Vuil tussen de bodem van de pan en de
kookplaat vermijden, omdat anders de
kookplaat (bijv. glas-keramisch) bekrast kan
raken.
met zijkanten-
1
2
met verwijderbare greep
6
Deksel met veiligheidsventiel
Vervangbare dubbele afdichting (grijs)
L
en steelgreep
3
B
en houdergleuf
7
H
I
64.1168.0790 I 002