Afbeelding 1; Plaatsingsprocedures; Stentexpansieprocedure (Zie Afbeelding 1); Na De Procedure - Boston Scientific Epic Mode D'emploi

geen luer aanwezig is, kan er meer dan 10 cc nodig zijn voor het spoelen van
het gehele hulpmiddel.
of
9. Verwijder de spoelluer
MARKERINGSBAND
6
r
1
RADIOPAKE MARKERINGEN OP DE STENT

afbeelding 1.

Plaatsingsprocedures

1. Verschaf u toegang tot de arterie met behulp van een huls van 6 F (,1 mm) met
an
hemostaseklep.
e
Voorzorgsmaatregel: Gebruik bij de implantatieprocedure ter bescherming van
n
de toegangsplaats altijd een inbrenger of geleidehuls. Een inbrenghuls van 6 F
of groter wordt aanbevolen.
. Voer een voerdraad van 0,035 in (0,89 mm) van de juiste lengte op over de
doellaesie of obstructie.
3. Predilateer de laesie indien nodig van tevoren met een ballondilatatiekatheter
volgens de standaardtechniek.
Voorzorgsmaatregel: Artsen dienen hun op ervaring gebaseerde inzicht
te gebruiken bij dilatatie van laesies en/of obstructies in een arterie. Vul
een ballonkatheter nooit zo ver dat het risico ontstaat van dissectie van de
arteriewand.
Nadat de laesie voldoende is gedilateerd verwijdert u de dilatatiekatheter,
maar laat u voor het opvoeren van het stentsysteem de voerdraad met de tip
distaal van de laesie zitten.
. Plaats het Epic™ vasculaire nitinolstentsysteem over de voerdraad. Voer het
ast
plaatsingssysteem als één geheel via de hemostaseklep van de inbrenghuls op.

Stentexpansieprocedure (zie afbeelding 1)

1. Voer het plaatsingssysteem op tot de doellaesie tussen de radiopake
markeringen en
① ②
Voorzorgsmaatregel: Als het niet lukt om de stent los te laten komen of als
u sterke weerstand ondervindt bij het inbrengen van het plaatsingssysteem,
verwijdert u het gehele systeem uit de patiënt en brengt u een nieuw systeem
in. Gebruik voor angiografie geen aangedreven injectiesysteem via het
plaatsingssysteem.
.
⑦
TREKGREEP VEILIGHEIDSVERGRENDELING
3
4
5
DUIMWIELTJE
2
RADIOPAKE MARKERINGEN OP DE STENT
is gecentreerd.
. Verwijder de veiligheidsvergrendeling op het rek
omhoog te trekken. Controleer of de radiopake markeringsbanden nog steeds
goed op hun plaats over de doellaesie zitten. Houd de gehele lengte van
het plaatsingssysteem zo recht mogelijk en handhaaf tijdens de expansie
een enigszins naar achteren gerichte spanning op het plaatsingssysteem.
LUER
Opmerking: Als het plaatsingssysteem opnieuw moet worden gepositioneerd,
7
brengt u de veiligheidsvergrendeling weer in om ongewenste expansie te
voorkomen.
Expandeer de stent volgens een van de volgende methoden:
A. Rol het duimwieltje
het duimwieltje rollen tot de radiopake markering van de buitenschacht
proximale radiopake markeringen van de stent passeert, waardoor volledige
expansie plaatsvindt. Rol het duimwieltje niet verder nadat de stent geheel is
geëxpandeerd.
B. Pak de handmatige trekgreep
expansiehandvat. Blijf achteruit trekken tot de radiopake markering van de
buitenschacht
⑥
waardoor volledige expansie plaatsvindt. Trek niet meer aan de handmatige
trekgreep nadat de stent geheel is geëxpandeerd. Opmerking: Beperk de
beweging van het duimwieltje
ontstaan bij de expansie.
C. (Combinatie) Elke combinatie van A en B kan worden gebruikt om volledige
expansie te bereiken.
3. Als de stent uit het plaatsingssysteem komt, expandeert hij onmiddellijk.
Bekijk het plaatsingssysteem onder fluoroscopie en controleer daarbij of de
markeringsband op de buitenschacht
gepasseerd. Het plaatsingssysteem kan nu worden teruggetrokken. Wees
voorzichtig bij het terugtrekken van het stentplaatsingssysteem en manipuleer
het altijd onder fluoroscopie. Als u ongebruikelijke weerstand ondervindt,
voert u het plaatsingssysteem draaiend opnieuw op in een poging om het
plaatsingssysteem binnen het vat te centreren, en daarna probeert u het
voorzichtig weer terug te trekken.
. Als de expansie van de stent op enig punt langs de laesie onvolledig is, kan er
met behulp van de standaard-PTA-techniek ballondilatatie worden uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregel: Dilateer de stent nooit met behulp van een ballon die een
grotere diameter heeft dan de niet-samengedrukte stent.
5. Trek de voerdraad en de huls terug uit de patiënt en zorg met de conventionele
techniek voor hemostase.

na de procedure

Onderzoek de patiënt op hematoom en/of andere tekenen van bloeding op de
punctieplaats.

lITEraTUUr

De arts dient recente literatuur omtrent de huidige medische methoden voor
stentimplantatie te raadplegen.
35
door deze verticaal
③
van het expansiehandvat in proximale richting. Blijf
⑤
en trek in de richting van het
④
de proximale radiopake markeringen van de stent passeert,
niet omdat er dan problemen kunnen
⑤
de proximale stentmarkeringen is
⑥
de
⑥