Levering; Aanbevolen Materialen; Bedieningsinstructies; Patiënt Voorbereiden - Boston Scientific Epic Mode D'emploi

• Hemorragie/hematoom
• Hypotensie/hypertensie
• Myocardinfarct (MI)
• Noodzaak van urgente interventie of operatie
• Vorming van pseudoaneurysma
• Nierinsufficiëntie of nierfalen
• Restenose van de gestente arterie
• Ruptuur van het retroperitoneum of naastgelegen orgaan
• Sepsis/infectie
• Stentbreuk
• Verplaatsing van de stent
• Verkeerde plaatsing/verschuiven van de stent
• Beroerte
• Trombus
• Weefselnecrose/ischemie
• Vaatspasme
• Vaatletsel (perforatie, dissectie, scheuring van de intima, ruptuur of
anderszins)
• Vaatocclusie

lEVErInG

Hantering en opslag
Koel, droog en donker bewaren onder 55 °C.
Niet gebruiken als de verpakking geopend of beschadigd is.

aanbEVOlEn MaTErIalEn

• Micropunctieset
• Voerdraad van 0,035 in (0,89 mm) van de juiste lengte
• Inbrenghuls van de juiste maat en lengte, uitgerust met een hemostaseklep
• Spuit (10 ml (cc) voor preparatie van het stentplaatsingssysteem)

bEDIEnInGSInSTrUCTIES

Patiënt voorbereiden
De percutane plaatsing van een vasculaire zelfexpanderende stent in een
perifeer-vasculaire vernauwde of verstopte arterie moet worden uitgevoerd in
een angiografieruimte uitgerust met geschikte beeldvormingsapparatuur. Het
voorbereiden van de patiënt en de steriele voorzorgsmaatregelen zijn dezelfde
als voor een angioplastiekprocedure. Er moet een angiogram worden gemaakt om
de ernst van de laesie(s) en de mate van collaterale doorstroming vast te stellen.
De toegangsvaten moeten voldoende doorgankelijk of voldoende gerekanaliseerd
zijn om de ingreep te kunnen uitvoeren. Als er een trombus aanwezig is of wordt
vermoed, dient voorafgaand aan de expansie van de stent volgens de algemeen
aanvaarde standaardprocedure trombolyse te worden uitgevoerd.

Injecteer het contrastmiddel

Maak een angiogram met behulp van de standaardtechniek.

beoordeel en markeer de stenose

Bekijk onder fluoroscopie het meest distale aanzicht van de stenose of
geobstrueerde arterie.

Selecteer een geschikt stentsysteem

1. Meet de diameter van het referentievat (proximaal en distaal van de laesie of
obstructie). Selecteer in de tabel hieronder welke stent u nodig hebt om zeker
te zijn van een stevige plaatsing:
Diameter referentievat
(mm)
,0
,0-5,0
5,0-6,0
6,0-7,0
7,0-8,0
8,0-9,0
9,0-11,0
11,0-13,0
. Meet de gehele lengte van de feitelijke laesie en selecteer de juiste lengte van
de te plaatsen stent(s). Om te helpen verzekeren dat de stent(s) goed tegen
de vaatwand aan komt/komen te liggen verdient het aanbeveling om de lengte
van de stent zodanig te kiezen dat de uiteinden van de stent minstens 5 mm in
gezond weefsel uitsteken voorbij beide uiteinden van de laesie. Als er meer
dan één stent nodig is om de laesie te bedekken, moet de distale stent het
eerst worden geplaatst, gevolgd door de proximale stent(s), zodanig dat de
stents elkaar ten minste 5 mm overlappen.
3. Maak een schatting van de afstand tussen de laesie en de inbrengplaats om
de juiste lengte voor het stentplaatsingssysteem te kunnen kiezen.

Preparatie van het stentplaatsingssysteem

1. Open de doos zodat u de zak met het stentplaatsingssysteem ziet.
. Controleer de temperatuurblootstellingsindicator op het etiket op de
zak om te controleren of het product onbeschadigd is. Zie het gedeelte
Waarschuwingen.
3. Na zorgvuldige inspectie van de zak, waarbij u kijkt of de steriele afdichting
niet is beschadigd, trekt u de zak voorzichtig open en haalt u de tray met het
stentplaatsingssysteem eruit.
. Open de klep op de tray met het handvat.
5. Pak het stentplaatsingssysteem bij het handvat van het plaatsingssysteem vast
en trek het voorzichtig uit de tray.
6. Onderzoek het hulpmiddel op beschadigingen. Indien u vermoedt dat het
hulpmiddel niet steriel is of niet naar behoren functioneert, mag het niet
worden gebruikt.
7. Als de veiligheidsvergrendeling
is bevestigd, controleert u of de stent geheel in het plaatsingssysteem is
samengedrukt, waarna u de veiligheidsvergrendeling in positie zet, zoals
weergegeven in afbeelding 1.
8. Sluit een injectiespuit van 10 ml (cc) met zoutoplossing aan op de luer
afbeelding 1) op het handvat. Oefen positieve druk uit. Blijf spoelen tot de
zoutoplossing bij het distale uiteinde van zowel het voerdraadlumen als het
aansluitpunt van de hulstip naar buiten komt. Opmerking: Als er bij ontvangst
3
Diameter zelf-expanderende stent
(mm)
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
10,0
1,0
1,0
(zie afbeelding 1) niet aan het hulpmiddel
③
9.
af
Pl
1.
.
3.
.
St
1.
(zie
⑦