6
Bedrijfshandleiding
Foutmeldingen
Foutmeldingen
In geval van storingen wekt het zelfdiagnose-circuit van de controller
enkele foutmeldingen op die in de volgende tabel zijn omschreven.
BOODSCHAP
COMMUNICATION ERROR
COMMUNICATION BROKEN
XXXXXXX MODEL
CHECK CONNECTION
TO PUMP
WAITING INTERLOCK
PUMP OVERTEMP.
CONTROLLER OVERTEMP.
94/304
OMSCHRIJVING
Het Remote Panel kan communicatie
met de controller niet starten.
Het Remote Panel kan communicatie
met de controller niet standhouden.
Controller niet ondersteund. Het
Remote Panel werkt uitsluitend met de
volgende pompen: TV551 met navigator
controller, TV701 met navigator
controller, TV1001 met navigator
controller, TV2k-G en TV3k-T.
Foutieve verbinding tussen pomp en
controller.
Of
De pomp heeft een lagere temperatuur
dan 0 °C.
Het interlock-signaal op connector P1
is actief wegens onderbreking van de
kortsluiting tussen pin 3 en pin 8 van
connector J1 of wegens het openen
van het externe interlock-signaal.
De temperatuur van het bovenste
pomplager bedraagt meer dan 60 °C.
De temperatuur van de controller
Turbo-V Remote Panel User Manual / 87-900-987-01
REMEDIE
Controleer de seriële aansluiting
tussen Remote Panel en
controller.
Controleer de seriële aansluiting
tussen Remote Panel en
controller.
Sluit het Remote Panel aan op de
ondersteunde controller.
Controleren of de
verbindingskabel tussen pomp en
controller aan beide uiteinden
goed bevestigd is en geen
onderbrekingen vertoond. Bedien
twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
Herstel de kortsluiting tussen pin
3 en pin 8 van connector J1 of
sluit het externe interlock-
signaal.
Wacht tot de temperatuur weer
onder de drempelwaarde is
gezakt.
Bedien twee maal de START-
knop om de pomp weer op te
starten.
Wacht tot de temperatuur weer
(E)