Télécharger Imprimer la page

Terumo Ryujin Plus Mode D'emploi page 46

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 23
WAARSCHUWING Gebruik geen lucht, gassen of andere vloeistoffen dan een contrastvloeistof om de
1-4 Verbind de spuit die de contrastvloeistof bevat met de inflatiepoort van de ballon op de dilatatie catheter.
1-5 Hou de spuit met de tip naar beneden en aspireer lucht gedurende 15 seconden.
1-6 Blijf de tip van de spuit naar beneden houden en injecteer langzaam de contrastvloeistof.
1-7 Herhaal de stappen 1-5 en 1-6 totdat de ballon volledig gevuld is met contrastvloeistof.
2. Spoelen en inbrengen van de voerdraad
2-1 Breng een gehepariniseerde zoutoplossing via de voerdraadpoort in de catheter in, om de luchtbellen te
verwijderen.
OPGELET
2-2 Controleer visueel of de ballon volledig leeggelopen is.
2-3 Breng een voerdraad (met een diameter die niet groter is dan 0.014" (0.36 mm)) door de voerdraadpoort in, en
beweeg de voerdraad voort tot aan het distale einde van de dilatatie catheter. Tijdens het uitvoeren van deze
beweging dient de dilatatie catheter zo recht mogelijk te worden gehouden.
WAARSCHUWING Vooraleer de voerdraad door de voerdraadpoort in te brengen, dient de voerdraad in
OPGELET
3. Verbinden van een inflatie/deflatie apparaat voorzien van een manometer met de dilatatie catheter
3-1 Vul een inflatie/deflatie apparaat voorzien van een manometer met contrastvloeistof en verwijder alle lucht uit
het apparaat.
3-2 Maak het inflatie/deflatie apparaat goed vast aan de ballon opblaaspoort van de dilatatie catheter. Om er zeker
van te zijn dat er geen lucht in het systeem binnenkomt moet het inflatie/deflatie apparaat voldoende gevuld
zijn met contrastvloeistof.
4. Inbrengen van de dilatatie catheter
4-1 Breng een inbrenghuls in het bloedvat, zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
4-2 Kies een guiding catheter die overeenstemt met de gegevens op het etiket en die geschikt is voor de plaats van
de laesie en de anatomie van de patiënt. Spoel de guiding catheter met een gehepariniseerde fysiologische
zoutoplossing voor gebruik.
OPGELET
4-3 Plaats de guiding catheter in het ostium van de gewenste kransslagader volgens een goedgekeurd protocol.
Controleer de positie van de guiding catheter onder hoge resolutie fluoroscopie. Dien een aangepaste dosis
vasodilatator toe, nadat de positie van de guiding catheter gecontroleerd is.
4-4 Zorg ervoor dat de hemostatische klep van de Y-verbinding die vastgemaakt is aan de guiding catheter,
losgedraaid is en breng de dilatatie catheter voorzichtig in om knikken te vermijden.
OPGELET
4-5 Beweeg onder hoge resolutie fluoroscopie de dilatatie catheter voort totdat hij een punt bereikt op ongeveer 2-3
cm proximaal van het distale einde van de guiding catheter. De diepte merkers op de schacht geven aan hoe
ver de dilatatie catheter is ingebracht.
4-6 Beweeg de voerdraad voort tot in de gewenste kransslagader onder hoge resolutie fluoroscopie. Voer een
angiografie uit door de guiding catheter om te controleren of de voerdraad de stenose heeft gekruist.
OPGELET
33
ballon op te blazen. Wanneer de ballon lekt, kunnen andere vloeistoffen dan een
contrastvloeistof ernstige nevenwerkingen veroorzaken bij de patiënt.
Zorg ervoor dat bij het inbrengen van de spoelnaald, de dilatatie catheter niet beschadigd
wordt.
een fysiologische oplossing te worden geweekt om bloed of contrastvloeistof op het
oppervlak te verwijderen. Als bloed of contrastvloeistof moeilijk te verwijderen is,
veeg de catheter dan schoon met een gaas doordrenkt met een fysiologische
zoutoplossing. Inspecteer de volledige voerdraad en ga na of de gladheid van het
oppervlak niet verminderd is, of dat er zich geen vreemde substanties op de
voerdraad bevinden. Het voortbewegen van de catheter over residus die zich op de
voerdraad bevinden of over een onvoldoende bevochtigde voerdraad, kan
resulteren in het afscheuren of het scheuren van de dilatatie catheter, wat
recuperatie van catheterfragmenten noodzakelijk kan maken.
• Zorg ervoor de distale tip van de dilatatie catheter niet te knikken en schuif de
voerdraad langzaam / zorgvuldig vooruit tijdens het inbrengen van het proximale einde
van de voerdraad in de distale tip van de dilatatie catheter.
• Breng de voerdraad langzaam in, en wees uiterst voorzichtig om te voorkomen dat het
distale einde het voerdraadlumen beschadigt.
• Wanneer de catheter in een kom gevuld met fysiologische zoutoplossing wordt
geplaatst, wikkel de schacht dan zorgvuldig op om accidentele contaminatie te
voorkomen.
• Gebruik de catheter niet wanneer het proximale gedeelte van de catheter schacht
geplooid of geknikt is. Dit kan het scheuren van de schacht veroorzaken.
Dien aan de patiënt de geschikte anticoagulantia toe vooraleer de guiding catheter in te
brengen.
Zorg ervoor dat de hemostatische klep van de Y-verbinding losgedraaid is. Wanneer de
klep aangespannen is, zal het de doorgang van de ballon bemoeilijken.
De angiografie moet uitgevoerd worden vanuit verschillende richtingen om te controleren
of de voerdraad in het gewenste bloedvat is ingebracht.

Publicité

loading