Het Systeem Voor de Eerste Keer Inschakelen en Opstarten
5 HET SYSTEEM VOOR DE EERSTE KEER INSCHAKELEN EN OPSTARTEN
5.1 VOORBEREIDEN VOOR OPSTARTEN
De omvormer moet zijn geïnstalleerd aan de hand van de aanbevelingen in Hoofdstuk 3 -
Installatie en aansluiting.
GEVAAR!
Schakel altijd eerst de voeding uit voordat u componenten van de omvormer
aansluit.
1. Controleer of de voedings-, aardings- en besturingskabels correct en stevig aangesloten zijn.
2. Verwijder al het materiaal dat na de installatie van de omvormer is achtergebleven.
3. Controleer of de motoraansluitingen en de spanning en stroom binnen de nominale waarden
van de omvormer vallen.
4. Ontkoppel de motor mechanisch van de belasting:
Als de motor niet kan worden ontkoppeld, zorg er dan voor dat elke draairichting (rechtsom
of linksom) niet kan leiden tot persoonlijk letsel en/of schade aan de apparatuur.
5. Plaats de afdekkingen van de omvormer terug.
6) Meet de voedingsspanning en controleer of deze valt binnen het bereik dat wordt aangegeven
in hoofdstuk 8 Technische specificaties.
7. Schakel de stroomvoorziening naar de ingang in:
Sluit de afschakelaar voor de ingang.
8. Controleer het resultaat van de eerste inschakeling:
Op het bedieningspaneel moet de bewakingsmodus te zien zijn. De status-LED moet continu
groen branden.
5.2 OPSTARTEN
De opstartprocedure voor de V/f-modus wordt beschreven in drie eenvoudige stappen met
behulp van de groep STARTUP (Opstarten) en BASIC (Basis).
Stappen:
1. Stel het wachtwoord in voor wijziging van parameters.
2. Voer de routine Opstartassistent uit (groep STARTUP).
3. Stel de parameters in van de basistoepassingsgroep (BASIC).
178 | CFW700