Bedieningspaneel (HMI) en Basisprogrammering
De waarde van de PID-feedback kan worden aangegeven door de analoge uitgang AO1 of AO2.
P0251 (AO1) of P0254 (AO2) moet worden ingesteld op 18 = Functie 2 van de toepassing. De
volledige schaalwaarde van de variabele is 100,0 %; dit correspondeert met 10 V of 20 mA.
De besturing Handmatig/Auto wordt uitgevoerd via een digitale ingang (DI1 - DI8). Een van de
DI-parameters (P0263 - P0270) moet worden ingesteld op 20 = Functie 1 van de toepassing. Als
er méér dan een digitale ingang is ingesteld voor deze functie, wordt bij de logische bewerking
alleen gebruikgemaakt van de opdracht van de digitale ingang met het hoogste prioriteitsniveau.
Hierbij geldt: DI1>DI2>DI3>DI4>DI5>DI6>DI7> DI8. Als een van de digitale ingangen is ingesteld,
werkt de PID-controller alleen in de modus Auto.
De ingang Handmatig/Auto is actief wanneer deze op 24 V staat (automatische besturing) en
inactief op 0 V (handmatige besturing).
De digitale uitgangen (DO1 - DO5) kunnen worden geprogrammeerd om logische vergelijkingen
met de procesvariabele (PV) te triggeren. Hiervoor moet één van de DO-parameters (P0275 -
P0279) worden ingesteld op 34 = Functie 1 van de toepassing (VP>VPx), of op 35 = Functie 2
van de toepassing (VP<VPy).
CFW700 | 161