Aanwijzingen voor de netvoeding
Geschikt voor gebruik op een circuit dat niet meer dan 100.000 A
bij 240 V, 480 V of 600 V maximaal kan leveren, indien beschermd door Klasse J zekeringen
(voor 240 V en 480 V modellen) of speciale zekeringen (voor 600 V).
3.2.3.2 Dynamisch Remmen (standaard ingebouwd voor de bouwgrootten
A, B, C en D en optioneel ingebouwd voor bouwgrootte E - CFW700...DB...)
Raadpleeg de tabellen B.1, B.2 en B.3 voor de volgende specificaties voor het dynamische
remsysteem: maximumstroom, weerstand, RMS-stroom en kabeldikten.
Het nominale vermogen van de dynamische remweerstand is een functie van de vertragingstijd,
de massatraagheid en het weerstandskoppel.
Installatieprocedure voor dynamisch remmen:
Installeer de remweerstand tussen de vermogensaansluitingen DC+ en BR.
Gebruik een gedraaide kabel voor de aansluiting. Houd deze kabels apart van de signaal- en
de besturingskabels.
De te gebruiken kabeldikte is afhankelijk van de toepassing. Houd rekening met de maximale
stroom en de effectieve stroom.
Als de remweerstand wordt geïnstalleerd in de omvormerkast, moet u bij de aanleg van de
ventilatie rekening houden met de extra gedissipeerde energie.
De thermische bescherming moet extern worden geregeld door middel van een thermisch
relais in serie met de weerstand en/of een thermostaat in contact met het weerstandsframe,
dat zo wordt aangesloten dat de ingangsvoeding van de omvormer kan worden uitgeschakeld;
zie afbeelding 3.3.
Stel P0151 en P0185 in op de maximale waarde (400 V of 800 V) wanneer u gebruikmaakt
van dynamisch remmen.
Het activeringsniveau van de gelijkstroomaansluiting van de dynamische rem wordt ingesteld
via de parameter P0153 (Dynamisch remniveau).
Installatie en Aansluiting
symmetrische Ampères
rms
CFW700 | 147