Boston Scientific WallFlex Mode D'emploi page 36

10. Beoordeel de positie van de stent en verplaats de stent indien
nodig. Voor het herpositioneren moet u de stent eerst volledig
samendrukken door het handvat van de buitenste slang voorzichtig
vooruit te duwen terwijl u het connectorhandvat volledig stilhoudt.
Nadat de stent opnieuw volledig is samengedrukt, kan het
plaatsingssysteem proximaal of distaal worden verplaatst en de
ontplooiingsprocedure opnieuw worden gestart. U kunt de stent
tweemaal herpositioneren, hetgeen een totaal aantal van drie
pogingen tot ontplooiing mogelijk maakt.
let op: Een stent kan niet worden verplaatst nadat de markeringsband
van de ontplooiingsgrens is gepasseerd.
11. Om de ontplooiing van de stent te voltooien, houdt u het connector-
handvat met één hand stil, pakt u het handvat van de buitenste slang
met de andere hand vast en schuift u de buitenste slang voorzichtig
over het roestvrijstalen buisje in de richting van het connectorhandvat
totdat de stent volledig is ontplooid. (Zie afbeelding D.) De endoscopist
moet net als eerder de buitenste slang gelijktijdig en met hetzelfde
tempo terugtrekken om onbedoeld verder opvoeren van de stent te
voorkomen.
afbeelding D
let op: Als de stent niet volledig ontplooid of opnieuw samengedrukt
kan worden, kan het gehele plaatsingssysteem in de endoscoop
worden getrokken. Gebruik hierbij het werkkanaal van de endoscoop
om de stent opnieuw samen te drukken.
waarschuwing: Hierdoor kan het werkkanaal van de endoscoop
worden beschadigd. Bovendien kan de stent onbedoeld van het
plaatsingssysteem af worden gedrukt.
12. Nadat de stent juist geplaatst en volledig ontplooid is, moet het
plaatsingssysteem worden afgesloten door het handvat van de
buitenste slang naar voren te drukken, en vervolgens worden
verwijderd. De geïmplanteerde stentlengte dient voldoende te zijn
voor een overlapping die ruim voorbij de obstructie komt, om verdere
progressie van de tumor en het korter worden van de stent te
compenseren. Indien de stent de vernauwing niet voldoende afdekt,
moet een tweede stent worden geïmplanteerd, die de eerstgeplaatste
stent voldoende overlapt.
let op: plaats de stents niet achter elkaar (zonder overlapping),
want dit kan knikken veroorzaken. niet gebruiken in combinatie met
stents van een ander merk.
let op: Als het plaatsingssysteem niet volledig wordt gesloten voor
het wordt teruggetrokken, kan het gebeuren dat de tip van het
plaatsingssysteem in de stent blijft hangen.
13. Voer de routineprocedures voor na implanties uit.
let op: Dilateer de stent niet na plaatsing; dit kan leiden tot perforatie.
leverInG
Steriel geleverd door sterilisatie met ethyleenoxide.
Niet gebruiken als de verpakking open of beschadigd is.
Niet gebruiken als de etikettering onvolledig of onleesbaar is.
Hanteren en opslag
Koel, droog en donker bewaren.
Black (K) ∆E ≤5.0
36
Post-ontplooiings-
markeringsband