Boston Scientific WallFlex Mode D'emploi page 35

Stent system with anchor lock delivery system
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 14
Als de obstructie dicht bij een bocht valt, wordt een dusdanige totale
lengte van de stent(s) aanbevolen dat de twee losse uiteinden voorbij
de bocht vallen en vrij in het lumen openen.
6. Neem het plaatsingssysteem voorzichtig uit de beschermende
verpakking.
let op: Kijk het hele systeem goed na op beschadigingen. Controleer
of het uiteinde van de stent aan de kant van de tip wordt afgedekt
door de buitenste slang. Controleer of er geen knikken in het
plaatsingssysteem zitten.
7. Voer het WallFlex™-duodenumstentsysteem met plaatsingssysteem
met ankervergrendeling op over de voerdraad, door het werkkanaal
van de endoscoop heen naar de plaats van de vernauwing.
8. Voer de stent op door de vernauwing totdat de post-ontplooiings-
markeringsband zich op het uiterste punt van het proximale uiteinde
van de vernauwing bevindt. (Zie afbeelding B.)
opmerking: De post-ontplooiings-markeringsband geeft ongeveer
aan wat de verst liggende plaats van het proximale uiteinde van
de geëxpandeerde stent is, rekening houdend met de maximale
verkorting. Omdat de verkorting afhangt van de bouw van het
duodenum, mag de post-ontplooiings-markeringsband alleen worden
gebruikt om de uiteindelijke plaats van het proximale uiteinde van
de stent bij benadering te bepalen. Zorg dat de markeringsband van
de buitenste slang minimaal 4 cm voorbij het distale uiteinde van
de vernauwing uitsteekt (zie afbeelding B). Als de markeringsband
van de buitenste slang niet minimaal 4 cm voorbij het distale einde
van de vernauwing uitsteekt, is er wellicht een langere stent nodig,
of een tweede, overlappende stent die kan worden gebruikt om de
vernauwing volledig te overbruggen.
Markeringsband
buitenste slang
4 cm
Distaal uiteinde
vernauwing
afbeelding B
9. Begin met ontplooiing van de stent door het connectorhandvat met
één hand volledig stil te houden en met de andere hand het handvat
van de buitenste slang vast te pakken. Schuif voorzichtig het handvat
van de buitenste slang over het roestvrijstalen buisje in de richting
van het connectorhandvat. De endoscopist moet gelijktijdig en met
hetzelfde tempo de buitenste slang terugtrekken om onbedoeld
verder opvoeren van de stent te voorkomen.
opmerking: De stent kan op ieder gewenst moment opnieuw worden
samengedrukt, tot het moment waarop de markeringsband van de
buitenste slang de markeringsband van de ontplooiingsgrens bereikt.
(Zie afbeelding C.)
afbeelding C
let op: Druk het connectorhandvat niet naar voren of naar achteren
als de stent gedeeltelijk is ontplooid. Het connectorhandvat moet
goed stil worden gehouden. Een onbedoelde beweging van het
connectorhandvat kan leiden tot verplaatsing van de stent en
mogelijke schade aan de darmwand.
let op: De stent moet gemakkelijk kunnen worden ontplooid. Ontplooi
de stent niet indien hiervoor ongewoon veel kracht nodig is. Zie voor
het verwijderen van het hulpmiddel "Let op" in stap 12 hieronder.
let op: Druk de stent niet opnieuw samen in een sterk gekronkeld
gebied, aangezien het hulpmiddel hierdoor beschadigd kan raken.
Post-ontplooiings-markeringsband
Markeringsband ontplooiingsgrens
Proximaal uiteinde vernauwing
Markeringsband buitenste slang
Markeringsband ontplooiingsgrens
35
Black (K) ∆E ≤5.0

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Duodenal

Table des Matières