Montage; Autopiloot - Vetus FOLLOW-UP STEERING Manuel D'utilisation Et Instructions D'installation

Wijze van opstelling
Bij een roerstandgever welke zo wordt opgesteld dat een
rechtsomdraaiende beweging van het roer zal resulteren in
een rechtsomdraaiende beweging van de as van de roer-
standgever moet de steker (X1) in de positie 'NORM' staan.
De roerstandgever wordt geleverd met de steker in positie
'NORM'.
Bij een roerstandgever welke zo wordt opgesteld dat een
rechtsomdraaiende beweging van het roer zal resulteren in
een linksomdraaiende beweging van de as van de roerstand-
gever moet de steker (X1) in de positie 'REV' staan.
Steker losnemen en 180° draaien.

Montage

De roerstandgever nooit buiten installeren!
Installeer de roerstandgever zodanig dat de arm van de gever
nauwkeurig de helmstok volgt.
Monteer de roerstandgever zo dat de gever-arm met de
helmstok in een vlak beweegt.
Monteer de 2 kogelgewrichten aan de geverarm en de helm-
stok.
Follow-Up Besturing Follow-Up Besturing
Groen
Green
Grün
Vert
Verde
Verde
Bepaal de maat A zelf naar gelang de beschikbare ruimte, maar
bij voorkeur zo lang mogelijk.
Monteer de roerstandgever met de meegeleverde schroeven.
Zet de stang vast met
de stelschroef.
Aansluitingen
De roerstandgever moet op de besturingskast van de follow-up
besturing worden aangesloten zoals in het aansluitschema is
Groen
aangegeven, zie 7.4.
Green
Grün
De roerstandgever is voorzien van een 2-aderige kabel,
Vert
Verde
lengte ca. 2,5 meter; bruin is de plus (+5 Volt) en blauw is de
Verde
min (-, massa). Verleng deze kabel indien noodzakelijk.
Plaats de steker van de groene draad, voor het roerstandsig-
naal, in de aansluiting op de roerstandgever boven het 2 ade-
rige snoer. De groene draad heeft een lengte van ca. 10 m.
Op de besturingskast van de follow-up besturing zijn aansluitin-
gen voorzien voor het roerstandsignaal voor een Vetus autopi-
loot en voor de Vetus roerstandaanwijzers.
De afstanden hart roeras/kogelgewricht en hart
gever/kogelgewricht moeten gelijk zijn (A).
De andere aansluitingen op de roerstandgever wor-
den niet gebruikt!
Sluit bij de follow-up besturing nooit direct een
autopiloot of roerstandaanwijzers aan op de roer-
standgever.
13
100901.02