testsondes tegen de relaisaansluitingen "minus" en "verbinding
met schakelaar". Schakel de ontsteking in, activeer eventueel de
veiligheidsschakelaar bij de koppelingsgreep of de jiffy en druk de
startknop in. Nu moet het relais "klikken" en een weerstand van
0 ohm worden gemeten. Als de weerstand hoger is dan 0 ohm,
zou het relais defect zijn, ook als het klikt. Selecteer nu op de
multimeter het meetbereik van 20 V gelijkspanning (
).
Maak de verbindingskabel "minus" van het relais los, houd
de zwarte testsonde ertegen, maak ook de kabelaansluiting
"verbinding met schakelaar" van het relais los en houd hier
de rode testsonde tegen. Er moet een spanning van 12 volt
meetbaar zijn. Bij een lagere meetwaarde is er sprake van
een fout bij de toevoerkabel, een stekker, de startknop of een
veiligheidsschakelaar (spanningsverlies). Je kunt de schakelaars
controleren door de toevoerkabels van het stroomcircuit los te
koppelen. Stel de multimeter in op een meetbereik van 200 ohm,
voer een continuïteitstest uit (zie boven), houd de testsonde tegen
de toevoerkabels en activeer de schakelaar. Als een weerstand
van meer dan 0 ohm wordt gemeten, is de schakelaar niet in orde
(reinig deze indien mogelijk met wat contactspray en meet daarna
opnieuw).
6.3.2 | Startmotor
Koppel de accu los, verwijder de startmotor en demonteer hem.
Controleer de drukkracht van de borstelveren en de lengte van de
koolborstels en vervang deze eventueel. Reinig de collector met
een geschikt oplosmiddel (ontvetter) en bewerk hem eventueel
met fijn schuurpapier. Meet de diepte van de groeven in de
collector (ca. 0,5-1 mm), werk ze eventueel bij met een zaagblad
of vervang de rotor. Steek de rode testkabel van de multimeter
in de ingang VΩmAhFE, de zwarte kabel in de ingang COM van
de multimeter en stel het meetbereik 200 ohm in. Voer nu een
continuïteitstest uit (zie boven). Meet telkens de weerstand tussen
twee collectorlamellen van de rotor in alle mogelijke combinaties.
Er moet steeds een lage weerstand worden vastgesteld. Als deze
bijna nul is, is er sprake van een kortsluiting. Wanneer deze waarde
te hoog is, is er sprake van een onderbreking en moet de rotor
worden vervangen. Selecteer op de multimeter een meetbereik tot
119