een echt goede spoel springt beslist 10 mm of verder). Bij een
elektronische ontstekingseenheid moet de zojuist beschreven
test met behulp van een vonkbrugtester worden uitgevoerd
om te voorkomen dat de blackbox beschadigd raakt. Een
zwakke ontstekingsvonk kan (met name bij oudere voertuigen)
bijvoorbeeld wijzen op een spanningsverlies in het contactcircuit.
Een dienovereenkomstige controle van de ontstekingsspoelen
moet bij een elektronische ontsteking veiligheidshalve aan een
werkplaats worden overgelaten om een beschadiging van de
blackbox uit te sluiten.
Bij de contactontsteking kun je als volgt te werk gaan: Selecteer
daarvoor op de multimeter het meetbereik van 20 V gelijkspanning
(
). Koppel de plus- en min-kabel van de spoel los en houd
de zwarte testsonde tegen de min-zijde (leiding naar contact,
contactpositie "gesloten") en de rode testsonde tegen de plus-zijde
(van de noodstopschakelaar). Er moet een spanning van 12 V
worden gemeten (tenzij er voorweerstanden in het contactcircuit
zijn geïntegreerd – dat komt echter maar zelden voor).
Bij een lagere meetwaarde is er sprake van een fout bij de
toevoerkabels (bijv. koperroest in de kabelkern), een stekker,
de noodstopschakelaar of het contactslot. In dit geval moeten
beschadigde kabels worden vervangen en moeten stekkers en
schakelaars op overgangsweerstanden worden gecontroleerd.
Hiervoor koppel je de accu los, stel je de multimeter in op een
meetbereik van 200 ohm, voer je een continuïteitstest uit (zie
boven) en houd je de testsondes tegen de kabeltoevoeren van
de schakelaar of stekker. Als een weerstand van meer dan
0 ohm wordt gemeten, is er sprake van defecten, vervuiling of
corrosieschade – reinig deze indien mogelijk met wat contactspray
en meet daarna opnieuw. De ontstekingsspoel zelf kan met
de multimeter op onderbreking en kortsluiting, maar niet op
windingssluitingen en doorslagen bij een hoge spanning worden
gecontroleerd. Bedenk tevens dat ontstekingsspoelen pas fouten
vertonen (bijv. stoppen) als een bepaalde bedrijfstemperatuur
is bereikt. Koppel voor de test de spoel los van het boordnet.
Stel de multimeter op het meetbereik 200 ohm in, voer een
continuïteitstest uit (zie boven), houd de rode testsonde tegen de
positieve en de zwarte testsonde tegen de negatieve aansluiting
117