2. Stel de draaischakelaar in op de functie .
3. Sluit de rode kabel op de ingang en de zwarte kabel op de
uitgang van het stroomcircuit aan om de doorstroom te meten
(stroomcircuit is stroomloos). Als de weerstand lager is dan 10-
50 ohm, wordt een akoestisch signaal afgegeven.
6 | Toepassingsvoorbeelden
De volgende toepassingsvoorbeelden geven uitleg over de
gebruiksmogelijkheden van de multimeter voor de motor. Let bij
het gebruik altijd op de veiligheidsaanwijzingen voor de toepassing
van het apparaat en raadpleeg een voertuigspecifieke reparatie- en
onderhoudshandleiding voor modelspecifieke gegevens alsook
norm-meetwaarden. Hoewel wij alle handleidingen zorgvuldig
onderzocht en meerdere keren gecontroleerd hebben, kunnen wij
niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele vergissingen. Wij
vragen hiervoor om je begrip.
6.1 | Laadcircuit controleren
Het laadcircuit garandeert de stroomvoorziening van de accu en
alle verbruikers (ontsteking, verlichting enz.) van het voertuig.
• Als er aanwijzingen zijn dat de accu niet goed wordt opgeladen
door de dynamo (bijv. de koplamp gaat zwakker branden, het
laadcontrolelampje knippert), voer je eerst een visuele controle
van alle bereikbare componenten van het laadcircuit uit: alle
steekverbindingen moeten stevig vastzitten en schoon zijn, kabels
mogen geen breuk-, schuur- of brandsporen vertonen, dynamo
en regelaar/gelijkrichter mogen geen zichtbare mechanische
gebreken vertonen.
• Voor een verdere controle van de afzonderlijke componenten
moet de accu in goede staat verkeren en volledig geladen zijn. Als
je een defect in een deel van het laadcircuit vaststelt, controleer
dan ook de andere componenten van dat circuit op schade.
112