Pitchcurve-Instelling „Pit Curv - Reely HCP80 3D RtF Notice D'emploi

Hélicoptère 3d
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

h) Pitchcurve-instelling „PIT CURV"
Net zoals bij de gascurve hebt u ook bij de pitchcurve de mogelijkheid om de lineaire stuurfunctie precies op 5 punten
(L, 1, 2, 3, en H) te wijzigen en zo afzonderlijk aan uw stuurgewoontes of vereisten aan te passen. De instelling van de
pitchcurve kan in elke vliegtoestand („NOR"= normaal, „IDLE1" en „IDLE2") en voor de gasomschakeling „TH HOLD"
afzonderlijk worden ingesteld. Zo hebt u de mogelijkheid om voor het zweefvliegen, rondvliegen of acrobatisch vliegen
de hellingshoek van de hoofdrotorbladen precies aan de respectievelijke pitchknuppelstand precies voor te geven.
Ga voor de instelling van de pitchcurve als volgt te werk:
• Roep het functie-instelmenu op.
• Selecteer met de toetsen „UP" of „DOWN" het menupunt
„PIT CURV".
• Activeer het menupunt met de toets „SELECT".
Op het scherm wordt de pitchcurve voor vliegtoestand „NOR"
(= normaal) weergegeven.
• Door het indrukken van de toetsen „INC (+)" of „DEC (-)" kunt
u de onderste waarde van pitchcurve „L" wijzigen. Parallel
daarmee verandert de stuurcurve in het rechter diagram.
Beide waarden „I" en „O" geven de ingangswaarde (stand
van de pitch-stuurknuppel) en de uitgangswaarde door de
vervormde pitchcurve weer.
• De instelling wordt automatisch opgeslagen.
• Druk op de toets „SELECT" om het volgende punt op de
pitchcurve (1) te selecteren. De positie van punten 1, 2 en 3
wordt door een stippellijn weergegeven.
• Door het indrukken van de toetsen „INC (+)" of „DEC (-)" kunt
u nu deze waarde van de pitchcurve wijzigen en de wijzigin-
gen in de grafiek volgen.
• Schakel daarna met de toets „SELECT" naar punt 2 en stel
ook hier de benodigde waarden in.
• Herhaal dit proces tot u alle 5 punten op de pitchcurve voor
de vliegtoestand „NOR" hebt ingesteld.
232
Afbeelding 42

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières