b) Selectie modelgeheugen „MDL SEL"
De afstandsbediening beschikt over 10 modelgeheugens waarin u de gegevens voor uw model onafhankelijk van
elkaar kunt opslaan. Daarom is het nodig om voor het gebruik van een bepaald model, het daarbijhorende modelge-
heugen in de zender in te stellen.
Ga als volgt te werk om een van de 10 modelgeheugens te selecteren:
• Roep het systeem-instelmenu op.
• Selecteer met de toetsen „UP" of „DOWN" het menupunt
„MDL SEL".
• Activeer het menupunt met de toets „SELECT".
Op het scherm verschijnt het op het moment opgeroepen
modelgeheugen, het modulatietype, het modeltype en de
modelnaam.
• Door het indrukken van de toetsen „INC (+)" en „DEC (-)" kunt
u het gewenste modelgeheugen instellen. De instelling wordt
automatisch opgeslagen.
• Druk op de knop „CLEAR" om terug naar het overzicht van
het systeem-instelmenu te gaan.
• Keer naar het bedrijfsscherm terug en controleer, of het ge-
wenste modelgeheugen actief is.
Na het inschakelen van de afstandsbediening wordt
altijd het laatst ingestelde modelgeheugen opgeroe-
pen.
214
Afbeelding 24