In het verlichte scherm (zie ook afbeelding 1, pos. 11) verschijnt
eerst kort de melding „H-6".
Vervolgens weerklinkt een kort geluidssignaal, het LED-indi-
catielampje (zie ook afbeelding 1, pos. 21) brandt en op het
scherm verschijnt het bedrijfsscherm.
Let op!
Als de kipschakelaar „Flight Mode" of „Throttle hold" en de stuurknuppel voor de pitch- en staartfunctie
„Thro. Stick" zich in de verkeerde positie bevinden, wordt een overeenkomstige waarschuwing op het
scherm weergegeven. De zender geeft eerst akoestische geluidssignalen in snelle volgorde weer.
Als de waarschuwingsmelding „Thro.Stuck" ondanks een correcte stand van de stuurknuppel voor de
pitch- en staartfuntie niet uitdooft, dan is vermoedelijk de verkeerde stuurknuppelmodus in het systeemin-
stelmenu ingesteld. Meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk 13.
De bedrijfsindicator bestaat uit de volgende elementen:
1 Batterijsymbool
2 Zenderspanning-/timeraanduiding
3 Modeltypesymbool
4 Nicktrimmingsaanduiding (modus 2)
5 Vliegtoestandsaanduiding
6 Stuurknuppelwegaanduiding
7 Rolltrimmingsaanduiding (modus 2)
8 Staarttrimmingsaanduiding (modus 2)
9 Weergave van de laatst gebruikte
stuurknuppels
10 Modelnaam
11 Pitch-trimmingsaanduiding (modus 2)
12 Stuurknuppelmodusaanduiding
Als de stroomvoorziening voor de voorschriftmatige werking van de zender niet meer voldoende zou zijn
(onder 4 V), dan knippert de LED-indicator en de zender geeft op regelmatige momenten korte alarmtonen
weer.
In dit geval beëindigt u het vliegen van het model onmiddellijk en plaatst u een nieuwe set batterijen in de
zender.
196
Afbeelding 4b
Afbeelding 5