• Herhaal de hierboven beschreven procedure opnieuw en stel ook voor de vliegtoestand „Idle up" bij alle vijf de
punten de gewenste waarde voor de pitchcurve in.
• Druk op de toets „OK" om de instellingen op te slaan. Op het scherm wordt aansluitend opnieuw het functie-instelmenu
weergegeven.
• Druk op de toets „CANCEL" tot u opnieuw op de bedrijfsweergave komt.
Let op!
Precieze gegevens over de respectievelijke invalshoeken van de rotorbladen in de verschillende
vliegtoestanden kunt u in regel in de documentatie van de modelhelikopter vinden.
Belangrijk:
Let op dat de pitch- en gascurve elkaar beïnvloeden. Als u vb. de pitch-curve op een bepaald punt verhoogt,
kan het omwille van de grotere invalshoek van de rotorbladen nodig zijn om de gascurve op dit punt ook
een beetje te verhogen.
217