ModelCraft FS-T6 Notice D'emploi page 187

d) Inschakelen van de zender
Plaats volledig opgeladen accu's, resp. nieuwe batterijen of laad de in de zender geplaatste accu's volledig op.
Controleer aansluitend de positie van de kipschakelaars. Alle schakelaars moeten zich in de voorste resp. de onderste
stand bevinden. Nu kunt u de zender met behulp van de aan-/uitschakelaar (zie afb. 1, positie 10) inschakelen.
Eerst weerklinken er drie geluidssignalen in stijgende toon en op het verlichte scherm verschijnt de bedrijfsweergave
met het huidig ingesteld model. De achtergrondverlichting wordt ca. 20 seconden na het inschakelen resp. na het
indrukken van de laatste toets automatisch uitgeschakeld. Als bij een ingeschakelde installatie binnen de 60 s geen
bedienelement wordt ingedrukt, geeft de installatie korte geluidssignalen weer.
De bedrijfsindicatie bestaat uit de volgende elementen:
1. Fabrikantweergave
2. HF-overdrachttype
3. Batterijsymbool
4. Bedrijfsspanningsindicator
5. Modeltypegrafiek
6. Hoogteroer-/nick-trimmingsindicator (bij modus II)*
7. Rolroer-/roltrimmingsindicator (bij modus II)*
8. Richtingsroer-/hek-trimmingsindicator (bij modus II)*
9. Gas-/pitch-trimmingsindicator (bij modus II)*
10. Modelnaamweergave
11. Geheugenruimteweergave
* Meer info over de mode-instelling vindt u in het systeeminstelmenu onder het menupunt „Sticks mode".
Als een van de vier kipschakelaars (zie afbeelding 1, pos. 4, 5,
18 en 19) zich niet in de voorste, resp. onderste positie bevindt,
geeft de zender bij het inschakelen waarschuwingssignalen weer
en op het scherm wordt een overeenkomstig bericht weer-
gegeven.
In dit geval moet de betrokken de schakelaar in de voorste,
resp. onderste stand worden gebracht.
Als er niet meer genoeg stroom (onder 9 V) is voor de juiste werking van de zender, zal bij een spanning
onder de 9,5 V het batterijsymbool knipperen. In dit geval dient u het gebruik van uw model zo snel
mogelijk te stoppen. Als u de zender wilt blijven gebruiken, dienen de accu´s opnieuw te worden opgeladen
of nieuwe batterijen te worden geplaatst.
Als de spanning opnieuw zakt, weerklinken bij een spanning onder de 8,5 V twee voortdurend terugkerende
alarmsignalen. Bij een spanning onder de 8,0 V geeft de installatie ononderbroken alarmsignalen weer.
Afbeelding 5
Afbeelding 6
187