e) Servofunctie controleren
Sluit de voor de test door u gebruikte servo's op de ontvanger aan. Hou u daarbij aan de hoger beschreven bezetting
van de ontvangeruitgangen.
Neem aansluitend de zender en vervolgens de ontvanger in bedrijf. Bij correcte aansluiting moeten de servo's op de
uitgangen 1 - 4 reageren op de bewegingen van de stuurknuppel. De servo's op de uitgangen 5 en 6 reageren
naargelang het in de zender geprogrammeerde model resp. de geactiveerde schakelaars en regelaars. Meer informatie
over de zenderprogrammering vindt u in het volgende hoofdstuk (Programmeren van de afstandsbedieningszender).
Opgelet! Belangrijk!
Schakel bij het inschakelen eerst de zender en vervolgens de ontvanger in. Bij het uitschakelen wordt
altijd eerst de ontvanger van de stroomvoorziening afgekoppeld, en pas daarna wordt de zender
uitgeschakeld.
Schakel de zender nooit uit, terwijl de ontvanger nog in bedrijf is. Dit kan leiden tot onvoorziene reacties
van het model!
192