7.2 Algemene instructies
• Voor ingebruikname moeten alle afdekkingen en
veiligheidsvoorzieningen conform de voorschriften
zijn gemonteerd.
• Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
• Let bij al bewerkt hout op vreemde voorwerpen, zo-
als bijv. spijkers of schroeven enz.
• Controleer, voordat u op de aan/uit-schakelaar
drukt, of het zaagblad correct gemonteerd is en of
de bewegende delen soepel lopen.
• Overtuig u voor het aansluiten van de machine, dat
de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met
de netwerkgegevens.
• Sluit de machine alleen aan op een correct geïnstal-
leerd geaard stopcontact dat met minimaal 10 A is
gezekerd.
7.3 0RQ W DJH YDQ GH GHFRXSHHU]DDJ RS HHQ ZHUN -
bank
Voor de montage heb je nodig:
• Zeskantbout M8 (4x)
• Zeskantmoer M8 (4x)
• Onderlegring Ø 8,4 mm (8x)
(niet bij de levering inbegrepen)
De lengte van de te gebruiken schroeven varieert met
de dikte van de tafelplaat.
m WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel! Trek bij alle montagewerkzaam-
heden aan de decoupeerzaag altijd de stekker uit het
stopcontact.
1.
Monteer de decoupeerzaag op een massieve
werktafel van hout. Hierdoor kan een sterke ge-
luidsproductie door trillingen worden vermeden.
2.
Markeer de boorgaten (zie afb. 5,2).
3.
Boor 4 gaten (diameter 8 mm) in de werktafel.
4.
Schroef de decoupeerzaag met de werktafel met
de zeskantbout (E) door de montagepunten (afb.
3 pos. 19) in de onderstaande volgorde (afb. 5,1)
vast:
D Zeskantmoer
C Onderlegring
A Decoupeerzaag
B Werktafel
C Onderlegring
E Zeskantbout
5.
Haal de zeskantmoeren (D) goed aan.
76 | NL
8.
0RQ W DJH
m WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel! Trek bij alle montagewerkzaam-
heden aan de decoupeerzaag altijd de stekker uit het
stopcontact.
0R Q W D JH YDQ GH ] D DJEODGEH V F K H U P LQJ H Q
van de neerhouder (23) (afb. 6, 7)
AANWIJZING:
Voor de montage van de neerhouder (23) moet de af
fabriek voorgemonteerde zaagblad (21) worden verwij-
derd (zie 8.2).
1.
Verwijder het zaagblad (21), zoals beschreven on-
der 8.2.
2.
Verwijder de neerhouder (23) van de zaagbladbe-
scherming (5): Draai de schroef (24) volledig los
met behulp van een kruiskopschroevendraaier
(niet bij de levering inbegrepen) (zie afb. 6).
3.
Breng de houder (4) in de opening (zie afb. 7).
4.
Fixeer de houder (4) met de kartelschroef (3).
5.
Monteer de neerhouder (23) op de zaagbladbe-
scherming (5). Steek de schroef (24) op de houder
(4). Haal de schroef (24) met een kruiskopschroe-
vendraaier (niet bij de levering inbegrepen) aan.
6.
Plaats het zaagblad (21) weer terug, zoals onder
8.2 beschreven.
7.
Let op dat de neerhouder (23) het zaagblad (21)
niet aanraakt.
8.1.1 Instellen van het neerhouder
AANWIJZING:
De neerhouder (23) moet altijd overeenkomstig de
werkstukhoogte worden aangepast. Het werkstuk mag
hierbij niet worden vastgeklemd, maar moet vrij be-
weegbaar zijn. De neerhouder (23) dient als borging,
dat het werkstuk niet naar boven kan worden getrokken
en daarbij het zaagblad (21) vernield.
1.
Draai voor het instellen van het neerhouder (23) de
kartelschroef (3) los.
2.
Stel de neerhouder (23) overeenkomstig de werk-
stukhoogte in.
3.
Haal de kartelschroef (3) weer vast.
www.scheppach.com