Nederlands
Als de motor niet aanslaat:
Nadat de eerste ontsteking van de motor
heeft plaatsgevonden, werd de
combischakelaar niet op tijd in de
warmestartstand n geplaatst, de motor
is verzopen.
:
De hendel boven de achterste
handgreep 90° naar links draaien
:
Het carburateurkastdeksel naar
boven toe lostrekken
:
De bougiesteker lostrekken
:
De bout losdraaien en de kap
wegnemen
:
De bougie uit de boring draaien en
afdrogen
:
De combischakelaar in de
stopstand 0 plaatsen
:
Het startkoord meerdere malen
uittrekken – om de
verbrandingskamer te ventileren
140
:
De bougie weer in de boring draaien
en de bougiesteker vast op de
bougie drukken verwijderde
onderdelen weer monteren
:
De combischakelaar in de
warmestartstand n plaatsen – ook
bij koude motor!
:
De knop van de decompressieklep
weer indrukken
:
Motor opnieuw starten
Alle benzine werd verbruikt en de tank
werd weer gevuld.
:
De knop van de decompressieklep
weer indrukken
Het startkoord meerdere malen
uittrekken, tot er voldoende brandstof
wordt opgepompt.
Gebruiksvoorschriften
De eerste bedrijfsuren
Het nieuwe apparaat tot aan de derde
tankvulling niet onbelast met hoge
toerentallen laten draaien, om te
voorkomen dat er tijdens de inloopfase
extra belasting optreedt. Tijdens de
inloopfase moeten de draaiende delen
op elkaar "ingespeeld" raken – in de
motor heerst een verhoogde
wrijvingsweerstand. De motor levert pas
zijn maximale vermogen na 5 tot 15
tankvullingen.
De carburateur niet armer afstellen,
om een vermeend hoger vermogen
te realiseren – de motor kan schade
oplopen –
zie „Carburateur afstellen"!
Gas geven alleen bij een geloste
kettingrem. Een verhoogd
motortoerental bij geblokkeerde
kettingrem (zaagketting staat stil)
veroorzaakt reeds na korte tijd
schade aan de motor en de
kettingaandrijving (koppeling,
kettingrem).
MS 260, MS 260 C