Nederlands
Tijdens de werkzaamheden
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood de motor direct afzetten – de
combischakelaar/stopschakelaar in
stand $, resp. d plaatsen.
Het motorapparaat niet onbeheerd laten
draaien.
Als de motor draait:
De zaagketting blijft nog even draaien
nadat de gashendel wordt losgelaten –
uitloopeffect.
Wees voorzichtig bij ijzel, regen,
sneeuw, ijs, op hellingen, oneffen terrein
of op vers geschild hout (schors) –
kans op uitglijden!
Wees voorzichtig bij boomstronken,
wortels, greppels – kans op stuikelen!
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Niet alleen werken – altijd binnen
gehoorafstand van anderen blijven die in
geval van nood hulp kunnen bieden.
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt – omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen, om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
114
Licht ontvlambare materialen (bijv.
houtspanen, boomschors, droog gras,
benzine) uit de buurt van de hete
uitlaatgassen en de hete uitlaatdemper
houden – brandgevaar!
Uitlaatdempers met katalysator kunnen
bijzonder heet worden.
Het motorapparaat
produceert giftige
uitlaatgassen zodra de
motor draait. Deze
gassen kunnen geurloos
en onzichtbaar zijn en
onverbrande koolwaterstoffen en benzol
bevatten. Nooit in afgesloten of slecht
geventileerde ruimtes met het
motorapparaat werken – ook niet met
machines voorzien van katalysator.
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen.
Levensgevaar door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn, bij slecht
zien (bijv. gezichtsvermogen neemt af),
gehoorverlies, duizeligheid, afnemend
concentratievermogen, de
werkzaamheden direct staken – deze
symptomen kunnen o.a. door te hoge
uitlaatgasconcentraties worden
veroorzaakt – kans op ongelukken!
De tijdens het werk vrijkomende stoffen
(bijv. zaagsel), rook en dampen kunnen
schadelijk zijn voor de gezondheid. Bij
stofontwikkeling een stofmasker dragen.
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe omgeving van het motorapparaat
– brandgevaar!
Uit het brandstofsysteem kunnen
ontvlambare benzinedampen
ontsnappen.
Als het motorapparaat niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld van
buitenaf, door stoten of vallen) werd
uitgeschakeld, dit voor het opnieuw in
gebruik nemen beslist op een
bedrijfszekere staat controleren – zie
ook „Voor het starten".
Vooral op lekkage van het
brandstofsysteem en de goede werking
van de veiligheidsinrichtingen letten.
Een niet bedrijfszeker motorapparaat in
geen geval verder gebruiken. In geval
van twijfel contact opnemen met een
geautoriseerde dealer.
Erop letten dat de zaagketting bij
stationair toerental van de motor niet
meedraait – zo nodig afstelling stationair
toerental corrigeren – als de zaagketting
desondanks meedraait, laten repareren
door een geautoriseerde dealer.
MS 260, MS 260 C