Snoeien
–
Een terugslagarme zaagketting
gebruiken
–
De motorzaag zo veel mogelijk
ondersteunen
–
Niet op de stam staand snoeien
–
Niet met de zaagbladneus zagen
–
Op takken letten die onder spanning
staan
–
Nooit meerdere takken in één keer
zagen
Voor het zagen van dun hout
–
Een stabiele, stevige zaagbok
gebruiken
–
Het hout niet met de voet
tegenhouden
–
Andere personen mogen het hout
niet vasthouden of op andere wijze
meehelpen
MS 260, MS 260 C
Liggende of staande stammen
onder spanning – inklemgevaar!
1
2
2
1
Altijd eerst aan de
1 = drukzijde de ontlastingssnede
inzagen, vervolgens
2 = aan de trekzijde de zaagsnede
inzagen – de motorzaag kan anders
klemmen of terugslaan
Bij kapzaagsnede van onderen naar
boven (onderhands zagen) – kans op
terugstoten!
Liggende stammen mogen op de plaats
waar de zaagsnede wordt aangebracht
niet de grond raken –
de zaagketting wordt anders
beschadigd.
Trillingen
Als het motorapparaat langere tijd wordt
gebruikt, kunnen de trillingen
doorbloedingsstoringen in de handen
veroorzaken („witte vingers").
Een algemeen geldende gebruiksduur
kan niet worden vastgelegd, omdat dit
van meerdere factoren afhankelijk is.
De gebruiksduur wordt verlengd door:
–
bescherming van de handen
(warme handschoenen)
–
pauzes
De gebruiksduur wordt verkort door:
–
bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, tintelen)
–
lage buitentemperaturen
–
de kracht waarmee het
motorapparaat wordt vastgehouden
(stevig vasthouden belemmert de
doorbloeding)
Bij regelmatig en langdurig gebruik van
het motorapparaat en bij herhaald
optreden van betreffende symptomen
(bijv. tintelende vingers) wordt
geadviseerd een arts te raadplegen.
Nederlands
123