Nederlands
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting
dragen.
De kleding moet
doelmatig zijn en mag
tijdens het werk niet
hinderen. Nauwsluitende
kleding met
bescherming tegen
snijwonden –
combipak, geen stofjas.
Geen kleding dragen waarmee men aan
takken of struiken kan blijven haken.
Ook geen sjaal, das en sieraden dragen.
Lang haar in een paardenstaart dragen
en vastzetten (hoofddoek, muts, helm
enz.).
Veiligheidsschoenen
dragen – met
bescherming tegen
snijwonden, stroeve zool
en stalen neus.
Veiligheidshelm dragen
– als voorwerpen naar
beneden kunnen vallen.
Veiligheidsbril of
gelaatsbeschermer en
„persoonlijke" geluidsbescherming
dragen – bijv. oorkappen.
112
Stevige handschoenen
dragen –
bij voorkeur van leer.
STIHL biedt een uitgebreid programma
aan persoonlijke beschermuitrusting.
Motorzaag transporteren
Altijd de kettingrem blokkeren en de
kettingbeschermer aanbrengen – ook bij
het transport over korte afstanden. Bij
transport over een langere afstand
(meer dan ca. 50 m) bovendien de
motor afzetten.
De motorzaag alleen aan de
draagbeugel dragen – de hete
uitlaatdemper van het lichaam vandaan,
het zaagblad naar achteren gericht.
Hete machineonderdelen, vooral de
uitlaatdemper, niet aanraken – kans op
brandwonden!
In auto's: Het motorapparaat tegen
omvallen, beschadiging en tegen het
lekken van benzine beveiligen.
Tanken
Benzine is bijzonder
licht ontvlambaar –
uit de buurt blijven van
open vuur – geen benzine
morsen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine werd
gemorst, het motorapparaat direct
schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine –
anders direct andere kleding
aantrekken.
MS 260, MS 260 C