F
/G
UNCTIE
EBRUIK
Installatie, onderhoud en gebruik
De personen belast met de installatie, het onderhoud of het onafhankelijk gebruik van het
hijstoestel moeten vertrouwd zijn met de werking van de apparaten.
Deze personen moeten specifiek voor de installatie, het onderhoud en het gebruik worden
aangewezen door het bedrijf. Bovendien moeten ze bekend zijn met de geldende
veiligheidsvoorschriften.
Kettingvrijloop
De schakelpal in neutrale stand zetten. De lastketting kan nu snel in beide richtingen worden
getrokken en op voorspanning gebracht worden.
LET OP: De minimale last nodig voor het automatisch sluiten van de rem is tussen de
30 en 45 kg.
Last hijsen
De schakelpal op "up" "↑" zetten en zet deze vast (afb. 1).
Bedien de hendel met een pompbeweging. Als het werk wordt onderbroken terwijl de takel
belast is moet de schakelpal altijd in de "up"positie (↑) blijven staan.
De last verlagen
De schakelpal op "down" "↓" zetten en zet deze vast (afb. 1).
Bedien de hendel met een pompbeweging.
Remvergrendeling
Wordt een onder last staande takel ineens ontlast bv. door het optillen van de last of met
muren omtrekken zonder dat de last al verlaagd werd, zal de rem gesloten blijven. De rem zal
ook sluiten wanneer de lasthaak met onderblok te strak tegen de behuizing wordt getrokken.
Een vastzittende rem losmaken
De schakelpal op "down" "↓" zetten en de hendel hardhandig draaien. Als de rem erg vastzit,
kan deze worden losgemaakt door op de hendel te slaan.
I
, O
R
NSPECTIES
NDERHOUD EN
EPARATIE
Volgens bestaande nationale/internationale voorschriften ter voorkoming van ongevallen,
resp. veiligheidsvoorschriften moeten hijsmiddelen
• overeenkomstig de gevarenbeoordeling van de gebruiker,
• voor de eerste ingebruikname,
• voor het opnieuw in gebruik nemen na buitengebruikstelling,
• na fundamentele veranderingen,
• i.i.g. minstens 1 x per jaar door een bevoegd persoon gecontroleerd worden.
LET OP: Bij bepaalde gebruiksomstandigheden (bijv. bij galvaniseren) kunnen kortere
periodes tussen de controles noodzakelijk maken.
Reparatiewerkzaamheden mogen alleen door werkplaatsen die originele Yale onderdelen
gebruiken uitgevoerd worden. De controle (in wezen zicht- en functiecontrole) dient zich te
richten op de volledigheid en werking van de veiligheidsinrichtingen evenals op de toestand
van het apparaat, draagmiddel, uitrusting en draagconstructie met betrekking tot
beschadiging, slijtage, corrosie of andere veranderingen.
De ingebruikname en de periodieke controles moeten gedocumenteerd worden (bijv. in het
CMCO-werkboek). Zie hiervoor ook de onderhouds- en inspectie-intervallen op bladzijde.