Terumo CAPIOX FX 25 Mode D'emploi page 68

OPMERKING: Wanneer de CAPIOX FX25 oxygenator en het Hardshell
Reservoir afzonderlijk worden gebruikt,
a) houd de CAPIOX FX25 oxygenator stevig vast en verwijder van het
Hardshell Reservoir door de verbindingsring te verwijderen.
b) plaats het reservoir in de houder (Artikelnr.: XX*CXH18R, 801804 of
801139) voor CAPIOX FX25 oxygenator met Hardshell Reservoir en trek
de hendel naar beneden (Zie Fig. 1).
c) plaats de oxygenator in zijn houder (Artikelnr.: XX*CXH25F) en sluit het
deksel (Zie Fig. 3- ).
b. CAPIOX FX25 oxygenator zonder Hardshell Reservoir:
Zet de houder op de geschikte hoogte om te vermijden dat de arteriële lijn en
bloedcardioplegielijn kinken.
Plaats de CAPIOX FX25 oxygenator in zijn houder (code nr. XX*CXH15) (Zie
Fig. 3- ).
OPGELET
Gebruik het product niet als het tijdens de opstelling gevallen
is. Vervang het door een ander product.
3. Plaats het staalname systeem in de houder.
4. Verbind de waterslangen (1/2" (12,7mm) slangen of koppelingen) met de
waterpoorten van de CAPIOX FX25 oxygenator (zie Fig. 4 - (1)).
OPGELET Gebruik de bovenste poort voor toediening van water en
de onderste poort voor drainage van water. Anders zal de
warmtewisseling onvoldoende zijn.
5. Start de water circulatie doorheen de warmtewisselaar en laat het water minstens
5 minuten circuleren. Controleer of er geen lekken zijn.
WAARSCHUWING Gebruik nooit een oxygenator die lekt.
6. Verbind een veneuze bloedlijn (1/2" (12,7mm)) met de veneuze bloedingang van
het hardshell reservoir (zie Fig. 4 - (2)).
7. Verbind een arteriële bloedlijn (3/8" (9,5mm)) met de bloeduitgang van de CAPIOX
FX25 oxygenator (zie Fig. 4 - (3)).
8. Verwijder de afsluitdop van de bloed cardioplegia poort en verbind een bloed
cardioplegia slang (1/4" (6,4mm)) (zie Fig. 4 - (4)).
WAARSCHUWING Wanneer deze poort niet gebruikt wordt, druk dan de afsluitdop
in en draai deze stevig vast. Of sluit een korte slang (1/4"
(6,4mm)) aan, die voor de veiligheid wordt afgeklemd.
9. Verbind de pompslang (3/8" (9,5mm)) met de bloeduitgang van het hardshell
reservoir en verbind het andere uiteinde met de bloedingang (3/8" (9,5mm)) van
de oxygenator (zie Fig. 4 - (5)).
10. De bloedcardioplegielijn moet verbonden worden aan de luer poort lateraal aan de
bloeduitgangspoort van de oxygenator, als van zuurstof voorzien bloed nodig is
voor bloedcardioplegia. (zie Fig. 4 - (4)).
11. Snoer alle connecties van het circuit aan.
12. Verbind de gasslang (1/4" (6,4mm)) met de gasingang (zie Fig. 4 - (6)).
WAARSCHUWING SLUIT DE GASUITGANG NIET AF (zie Fig. 4 - (7)).
13. De thermistor probes kunnen gebruikt worden met een Y.S.I. 400* temperatuur
monitor door gebruik te maken van volgende onderdelen:
Rode kabel (arteriële lijn) : Artikelnr. CX*BP022
Blauwe kabel (veneuze lijn) : Artikelnr. CX*BP021
* Y.S.I. 400 (handelsmerk : Measurement Specialties Inc.)
14. Verbind de afzuiglijnen en een ontluchtingslijn met de afzuigpoorten van het
Hardshell Reservoir. De afzuigpoorten van het Hardshell Reservoir van CAPIOX
FX25 hebben blauwe afsluitdoppen. Verwijder deze blauwe doppen vooraleer een
aansluiting te maken (zie Fig. 5).
15. Bij gebruik van de CAPIOX FX25 Oxygenator zonder Hardshell Reservoir, sluit de
mannelijke luer lock aan de veneuze zijde van het staalname systeem aan op de
veneuze bloedlijn (zie Fig. 6).
16. Wanneer men de luer poort op de veneuze bloedingang van het CAPIOX FX25
Hardshell Reservoir wenst te gebruiken, verbind dan eerst een driewegkraantje
met deze luer poort.
17. Controleer aan de hand van de tekeningen en etiketten of alle slangen op de juiste
poorten werden aangesloten. Speciale aandacht is nodig bij het aansluiten van
de juiste slang aan de gasingang (1/4" (6,4mm)) (zie Fig. 4 - (6)) en de bloed
cardioplegia poort (1/4" (6,4mm)) (zie Fig. 4 - (4)).
OPGELET Zorg ervoor dat alle geconnecteerde delen, waaronder
de luerdoppen, lock adapters, poortafsluitdoppen stevig
vastzitten. Losse verbindingen kunnen contaminatie of
bloedlekken veroorzaken.
68
Fig. 3
Houder (XX*CXH25F)
Deksel
(Bij afzonderlijk gebruik
van de oxygenator
module van de
CX*FX25RW)
Fig. 4
Veneuze bloedingang
(2)
Veneuze bloedlijn
Bloeduit-
gangspoort
(7)
van het
Gasuitgang
reservoir
(5)
Bloeduitgang
(5)
(naar de pomp)
Slang van de pomp
Bloedingang
Bloed cardioplegia poort
Fig. 5
Fig. 6
Veneuze zijde van
het kraantje (blauwe
kleur)
Arteriële zijde van het
kraantje (rode kleur)
Houder (XX*CXH15)
(Bij gebruik van de
CX*FX25E)
Bloed cardioplegia lijn
Waterin-
(1)
laatlijn
Waterpoort
(1)
(4)
Wateruit-
(6)
laatlijn
(3)
Gasslang
Gasingang
Bloeduitgang
Arteriële bloedlijn
Afzuiglijn
Ontluchtingslijn
Afzuigpoort
Mannelijke luer
lock aan de
veneuze zijde