1. De belangrijkste instructies
1. De geleider travsmart is een mobiel verankeringspunt op
de horizontale kabel EN 795 C. Deze uitrusting mag slechts
door één persoon gebruikt worden die uitgerust is met een
harnasgordel (EN 361) en een beschermingssysteem om
vallen te voorkomen (EN 363).
2. Vóór gebruik is het noodzakelijk een opleiding te volgen
omtrent dit materiaal, aandachtig deze handleiding en alle
andere handleidingen voor gebruik en onderhoud van de
travsmart en travflex™ 2 levenslijnen te lezen, en zich strikt
te houden aan de voorschriften ervan. Deze handleidingen
moeten bij elk systeem of samenstellend onderdeel geleverd
en bewaard worden en ter beschikking van alle gebruikers
worden gesteld.
3. Gebruik nooit een geleider als u twijfels heeft omtrent de
veiligheid ervan. Een visuele controle vóór elk gebruik is
daarom aanbevolen. Stuur alle geleiders terug naar Tractel
of naar één van de distributeurs als deze schade vertoont
en/of niet werkt.
4. Iedere slider die de afgelopen twaalf maanden geen
periodieke inspectie heeft ondergaan, mag niet worden
gebruikt. Het mag pas gebruikt worden nadat er opnieuw
een periodieke inspectie is gemaakt door een bevoegde
en bekwame technicus die schriftelijk toestemming zal
geven voor het gebruik ervan. Zonder deze inspecties en
toestemming, dient de slider vernieuwd te worden en dient
de oude vernietigd te worden.
5. Tractel SAS kan niet verantwoordelijk gesteld voor de
gevolgen van alle aan de geleider aangebrachte wijzigingen.
6. Wanneer een travsmart slider zich niet in een zichtbare
goede staat bevindt of wanneer deze gediend heeft om
een val op te vangen, dient de hele uitrusting gecontroleerd
te worden door TRACTEL SAS of door een bevoegd en
bekwaam persoon die schriftelijk toestemming moet geven
voor het opnieuw gebruiken van het systeem.
7. De uitrusting is geschikt voor gebruik op een werkterrein in
de open lucht voor een temperatuur tussen -35°C en +80°C.
8. Respecteer
de
instructies
onderdelen om zodoende een valstopsysteem te verkrijgen
die conform is aan de norm EN 363.
9. Tijdens het gebruik is het verplicht de afstel- en
bevestigingselementen te controleren. Controleer ook of de
geleider beschermd is tegen alle gevaren (scherpe kanten,
wrijvingen, warmtebronnen, torsie, ...).
10. Wanneer u het materiaal aan een werknemer of gelijke
toevertrouwt, dient u de arbeidswetgeving in acht te nemen
die van toepassing is.
11. De maximale werklast bedraagt 150 kg voor de travsmart
slider.
12. Wanneer de massa van de bediener, verhoogd met de
massa van zijn uitrusting en gereedschap, tussen 100 en
150 kg ligt, dient u zich er verplicht van te verzekeren dat de
totale massa ervan (bediener + uitrusting + gereedschap)
de maximale werklast van ieder van de elementen die het
valstopsysteem vormt, niet overschrijdt.
SPECIALE TOEPASSINGEN
Voor iedere speciale toepassing verzoeken wij u contact op
te nemen met Tractel
®
van
de
samenstellende
.
®
2. Definities en pictogrammen
2.1. Definities
"Gebruiker": Persoon of afdeling die verantwoordelijk is voor
het beheer en de veiligheid bij het gebruik van het product dat
in de handleiding staat beschreven.
"Technicus": Bevoegd persoon, belast met de beschreven
onderhoudswerkzaamheden en werkzaamheden die door
de handleiding toegestaan worden aan de gebruiker, die
vakbekwaam en bekend is met het product.
"Installateur": Gekwalificeerd persoon, belast met de installatie
van de levenslijn.
"Bediener": Persoon die de levenslijn conform de bestemming
ervan gebruikt.
"PBM (Persoonlijke Beschermingsmiddelen)": Persoonlijke
beschermingsmiddelen tegen vallen van grote hoogte.
"Connector": Bevestigingselement tussen onderdelen van een
valstopsysteem. Het is conform aan de norm EN 362.
"Ankerlijn": Verbindingselement tussen een verankeringspunt
en een te beveiligen systeem.
"Harnasgordel": Opvangsysteem van het lichaam bestemd
voor het stoppen van een val. Het bestaat uit riemen en
gespen. Het bevat bevestigingspunten voor het opvangen
van een val die gemarkeerd zijn met een A wanneer ze alleen
kunnen worden gebruikt, of gemarkeerd zijn met een A/2
wanneer ze gebruikt dienen te worden in combinatie met een
ander punt A/2. Het is conform aan de norm EN 361.
"Levenslijn": Er bestaat geen referentie ten aanzien van de
"levenslijn" in de reglementering en ook niet binnen de normen.
De horizontale levenslijnen travsmart en travflex™ 2 behoren
tot de categorie "Verankeringsinstallatie uitgerust met flexibele,
horizontale ankerlijnen".
"Verankeringssysteem": Element of serie van elementen of
componenten die een verankeringspunt of verankeringspunten
bevatten.
"Maximale werklast": Maximale massa van de aangeklede
gebruiker, uitgerust met zijn PBM, zijn werkkledij, zijn
gereedschap en onderdelen die hij nodig heeft voor de
interventie.
"Valbeveiligingssysteem":
volgende elementen:
- Valstopharnas.
- Valbeveiliging
met
automatische
energieabsorber of meelopende valbeveiliging met een starre
ankerlijn of meelopende valbeveiliging met een flexibele
ankerlijn.
- Verankering.
- Verbindingsstuk.
"Element van het valbeveiligingssysteem": Algemene term
die één van de volgende elementen aanduidt:
- Valstopharnas.
- Valbeveiliging
met
automatische
energieabsorber of meelopende valbeveiliging met een starre
ankerlijn of meelopende valbeveiliging met een flexibele
ankerlijn.
- Verankering.
- Verbindingsstuk.
2.2. Pictogrammen
"Gevaar":
Opmerkingen die bestemd zijn om schade aan personen te
Geheel
bestaande
uit
de
lijnspanner
lijnspanner
17
NL
of
of