Télécharger Imprimer la page

Inbouw Klimaatsysteem - Truma Saphir vario Instructions De Montage

Masquer les pouces Voir aussi pour Saphir vario:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 27
De gecirculeerde lucht wordt bij gebruik van het appa-
raat gereinigd en gedroogd. Daarom moet bij montage
in uitwendige tussenruimten onder de vloer (bijv. dubbele
vloeren) door middel van geschikte maatregelen worden
gewaarborgd dat de te koelen lucht uit het voertuiginterieur
wordt aangezogen. De aanzuiging van buitenlucht kan de
werking van het klimaatsysteem sterk belemmeren.
Het apparaat indien mogelijk zodanig plaatsen dat het voer-
tuigchassis tussen de luchtinlaat (LE) en luchtuitlaat (LA) ligt.
De inbouwsjabloon in de voor inbouw gekozen tussenruim-
te onder de vloer leggen en de beschikbare ruimte voor de
vloeropeningen controleren. Het klimaatsysteem moet altijd
minstens 25 mm van de wand staan om geluidsoverbrenging
wanneer het apparaat aanstaat te vermijden.
De openingen in de voertuigvloer moeten vrij toegan-
kelijk zijn en mogen niet door erachter liggende chas-
sisdelen of dergelijke worden bedekt! Deze mogen niet in het
spatbereik van de wielen liggen, evt. spatlappen aanbrengen.

Inbouw klimaatsysteem

Vaststellen of de luchtafvoerkanalen naar opzij of naar voren
moeten lopen. Afhankelijk hiervan de luchtafvoeren aan het
klimaatsysteem plaatsen.
Afbeelding 15
Inbouwsjabloon in de opbergruimte leggen en vastzetten. De
bevestigingsgaten voor de 4 bevestigingshoeken (2) voor,
achter en aan de zijkanten aftekenen.
2
1
Afbeelding 16
60
2
2
3
2
KO
LE
LA
4
De benen van de bevestigingshoeken aan de zijkanten (2)
moeten naar buiten wijzen om eventuele demontage uit de
tussenruimte te vergemakkelijken.
De opening in de vloer „LE" voor de voedingslucht-toevoer,
„LA" voor de voedingslucht-afvoer en „KO" voor de condens-
afvoer markeren.
De sjabloon wegnemen en de afgetekende vloeropeningen
uitzagen.
Voorafgaand aan het boren altijd letten op erachter lig-
gende resp. verborgen kabels, gasleidingen, chassisde-
len en dergelijke!
Vervolgens de snijvlakken bij de openingen in de voertuigvloer
verzegelen met tectyl.
De 4 bevestigingshoeken (2) elk met 3 schroeven
vastschroeven.
Aansluitstomp (3) voor condensafvoer (KO) van boven erin
zetten.
Klimaatsysteem in de tussenruimte plaatsen (tussen de
4 bevestigingshoeken).
Let er bij de montage van het apparaat beslist
op dat de aansluitstomp (3) van de condenswa-
terafvoer zich in de uitsparing op de apparaatbodem
bevindt. Anders bestaat het risico, dat er water in het
interieur komt! Om een correcte luchtcirculatie te waar-
borgen, moeten de openingen in de apparaatbodem en
vloer precies over elkaar liggen. Wordt hierop niet gelet,
dan kan een correct functioneren van het apparaat niet
gewaarborgd worden!
6
5
7
2
3
KO
8
2
LA
1
Afbeelding 17
De beide spanbanden door de 2 bevestigingshoeken aan
de zijkanten (2) aanbrengen en deze banden zo strak mo-
gelijk over het klimaatsysteem leggen en met klittenband
vastzetten.
Het klimaatsysteem moet aan alle kanten met de bij-
gevoegde hoekijzers worden bevestigd om onbedoeld
wegglijden bij krachtige bewegingen (bijv. sterk remmen) te
vermijden.
De aansluitstomp (3) voor de condensafvoer van onderaf
rondom helemaal afdichten met carrosseriekit.
De beide bodemroosters (4) voor LE en LA van onderaf aan
de voertuigbodem bevestigen met geschikte schroeven of
klemmen (niet bij de levering inbegrepen).
2
2
LE
4

Publicité

loading