Télécharger Imprimer la page

Inbouw Van Het Airconditioningsysteem; Verdeling Van Koude Lucht En Circulatie-Retourgeleiding; Verdeling Van Koude Lucht - Truma Saphir compact Instructions De Montage

Masquer les pouces Voir aussi pour Saphir compact:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 25
gegarandeerd dat de te koelen lucht vanuit de binnenruimte
van het voertuig wordt aangezogen. De aanzuiging van bui-
tenlucht kan de werking van het airconditioningsysteem sterk
negatief beïnvloeden.
Plaats het apparaat indien mogelijk zodanig dat het chassis
van het voertuig zich tussen de luchtinlaat (LE) en de luchtuit-
laat (LA) bevindt.
Leg de inbouwsjabloon in de voor de inbouw bedoelde berg-
ruimte en controleer of de plaatsen voor de vloeropeningen
vrij zijn. Het airconditioningsysteem moet aan de zijkant een
minimale afstand van 20 mm en aan de achterkant 30 mm
tot wanden en meubelstukken hebben om geluidsoverdracht
tijdens het gebruik te voorkomen. Aan de voorkant bedraagt
de minimale afstand 200 mm om het vervangen van het plui-
zen- / pollenfilter mogelijk te maken.
De openingen in de voertuigbodem moeten vrij toeganke-
lijk zijn en mogen niet door erachter liggende chassisdelen
of dergelijke worden afgedekt! Ze mogen niet binnen het spatbe-
reik van de wielen liggen, eventueel een spatvanger aanbrengen.

Inbouw van het airconditioningsysteem

Leg de inbouwsjabloon in de bergruimte en zet hem vast.
De bevestigingsgaten voor de 2 hoeksteunen (2 – HW) en
voor de 2 bevestigingsstrips opzij (3) markeren.
11
Ø 50 mm
KO
KO
2
1
Afbeelding 17
Markeer de vloeropening „LE" voor de toevoer van
lucht, „LA" voor de afvoer van lucht en „KO" voor de
condenswaterafvoer.
Verwijder de sjabloon en zaag de aangetekende vloeropenin-
gen eruit.
Vóór het boren altijd op erachter liggende of verborgen
gelegde kabels, gasleidingen, chassisdelen of dergelijke
letten!
Vervolgens de snijkanten van de openingen in de voertuig-
vloer met tectyl behandelen.
De 2 bevestigingsstrips opzij (3) met elk 2 schroeven en de
2 hoeksteunen (2 – HW – pootje moet naar buiten wijzen!)
met elk 3 schroeven vastzetten.
De aansluitmond (11) voor de condenswaterafvoer (KO) van
bovenaf aanbrengen.
De aansluitmond (11) voor de condenswaterafvoer van onde-
ren rondom met carrosseriekit afdichten.
56
3
2
3
LA
LE
5
Let er bij de montage van het apparaat absoluut
op dat de aansluitmond (11) van de condenswa-
terafvoer zich in de uitsparing van de bodem van het
apparaat bevindt. Anders bestaat het risico dat er wa-
ter in de binnenruimte terechtkomt! Om een correcte
luchtcirculatie te waarborgen, moeten de openingen
in de bodem van het apparaat en de vloer exact boven
elkaar komen te liggen. Als dit niet in acht wordt ge-
nomen, is een correcte werking van het apparaat niet
gewaarborgd!
p
n
10
7
8
9
2
1
Afbeelding 18
Voer de spanband (4) door de 2 bevestigingsstrips (3) – met
de tekst van de spanband naar de vloer.
Plaats het airconditioningsysteem in de ruimte tussen de
hoeksteunen (2 – HW) en de bevestigingsstrips (3). Bevestig
het airconditioningsysteem met de spanband (4). Let er daar-
bij op dat de spanband in de daarvoor bedoelde uitsparingen
van het apparaat ligt. De spanband (4) volgens de afbeelding
door de gesp (6) halen en strak trekken.
Het airconditioningsysteem moet rondom met de bij-
geleverde strips worden bevestigd om het onbedoeld
wegglijden bij krachtige bewegingen (bijv. sterk remmen) te
vermijden.
Bevestig de beide vloerroosters (5) voor „LE" en „LA" met ge-
schikte schroeven of klemmen (niet bijgeleverd) van onderen
tegen de bodem van het voertuig.
Verdeling van koude lucht en circulatie-
retourgeleiding

Verdeling van koude lucht

Op elk van de drie koudeluchtuitlaten van het apparaat (7, 8 + 9)
moet een koudeluchtbuis KR 65 Ø 65 mm (10) met ten minste
één uitlaat worden aangesloten.
Schuif de koudeluchtbuizen (10) in de koudeluchtuitlaten van
het apparaat en leg ze naar de luchtuitlaatventielen. Let op
dat de koudeluchtbuizen goed stevig in de koudeluchtuitla-
ten zitten. Als accessoire biedt Truma ten behoeve van de
geluiddemping een geluiddemper voor montage in het koude-
luchtsysteem aan (art.-nr. 40040-60100).
Als uitlaat die de gekoelde lucht in het interieur van het
voertuig blaast, zijn het zwenkbare eindstuk SCW 2 (zwart –
art.-nr. 39971-01 of beige – art.-nr. 39971-02), het eindstuk
EN-O (art.-nr. 40171-07) met de lamelleninzet LA (art.-nr.
40721-01/02/03/04/05) of de rechthoekige ventilatieope-
ning RL (art.-nr. 40280-01) met het aansluitstuk ANH
(art.-nr. 40290-02) geschikt.
4
6
4
3
3
11
LE
LA
5

Publicité

loading