Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
13. Controleren van de stuur-, rijd- en schakelfunctie
Sluit nu de in uw model gebruikte servo's resp. rijregelaars en de stroomvoorziening aan op de ontvanger.
Opdat het model bij de controle van de stuur- en rijdfunctie niet ongewild begint te rijden, zet u het model
met het chassis op een geschikte ondergrond (vb. houtblok). De wielen moeten vrij kunnen draaien.
a) Controleren van de stuurfunctie
Schakel daarna eerst de zender in en vervolgens de ontvanger. Als u alles juist hebt aangesloten en ingebouwd moet
de besturing reageren op de draaibewegingen van het stuurwiel (zie afbeelding 1, pos. 9).
Wanneer het stuurwiel zich in de middelste
positie bevindt, moeten de wielen recht zijn
gericht.
Als de wielen schuin staan, hoewel het
stuurwiel zich in de middelste postie be-
vindt, dan controleert u of de servohendel
schuin tegenover de stuurstang staat (zie
afbeelding 13).
In dit geval maakt u de servohendel los en
schroeft u deze een „tand" verder opnieuw
aan.
Verdere afwijkingen van de tandwiel-stan-
den kunnen indien nodig worden recht-
gezet door de stuurstang af te stellen.
Wanneer u naar links draait, moeten de
wielen naar links inslaan (zie afbeelding 14,
schets A). Wanneer u naar rechtsdraait,
moeten de wielen naar rechts inslaan (zie
afbeelding 14, schets B).
Indien de stuurfunctie tegenovergesteld reageert op de stuurrichting van de zender, kan dat zonder
problemen worden omgeprogrammeerd. De juiste werkwijze leest u in het hierna volgende deel
„Programmeren van de afstandsbediening" onder het hoofdstuk „Servo-omkeerfunctie (REV)".
Afb. 14
117
Publicité
Chapitres
Table des Matières
Dépannage
