NL
INTERFACE VOOR DE GEBRUIKER
52
Met de Combo-modaliteit kan de gebruiker ultrasone therapie in combinatie met elektrische spierstimulatie
kiezen en gebruiken. De combinatietherapie maakt gebruik van de ultrasone modaliteit in combinatie met High
Voltage Pulsed Current (HVPC), IFC vooraf gemoduleerd (2p), Asymmetrisch tweefase, Symmetrisch tweefase of
VMS™ om een therapeutisch effect te bewerkstelligen.
Bij deze behandelingsmodus vormt de ultrasone applicator één helft van de elektrische stroomkring. Een aan de
rode (+) geleidingsdraad bevestigde elektrode vervolledigt het circuit.
Volg de onderstaande stappen om te beginnen met de Combo-behandeling:
1. Patiënt en therapiesysteem voorbereiden – Raadpleeg het gedeelte VOORBEREIDING VAN DE PATIËNT
op pagina tbc aangaande de selectie van elektroden, voorbereiding van de patiënt en het bevestigen van de
elektroden. Voorbereiding van de patiënt op een ultrasone behandeling wordt beschreven op pagina tbc.
2. Sluit de rode (+) geleidingsdraad vanaf kanaal 1 aan op de elektrode. Zorg ervoor dat de geleidingsdraad zich
volledig in de elektrode bevindt. De zwarte (+) geleidingsdraad wordt niet gebruikt. De ultrasone applicator
completeert het circuit voor combinatietherapie.
3. Selecteer op het startscherm het COMBO-pictogram.
4. Kies de gewenste ultrasone combinatietherapie door het overeenkomstige pictogram aan te raken.
Opmerking: om veiligheidsredenen zijn niet alle golfvormen beschikbaar voor combo-therapie.
5. BEHANDELING INSTELLEN
In het scherm voor het evalueren van de behandeling kunt u de behandelingsparameters op het gewenste
niveau instellen.
Begin nooit met het aanpassen van de intensiteit, maar pas eerst alle andere parameters aan en stel net voor aanvang van de
behandeling de intensiteit in.
Als u op de knop Save (Opslaan) drukt, wordt de behandeling opgeslagen als een aangepast protocol dat door
de gebruiker een naam kan worden gegeven.
Als u op de knop Assign to (Toewijzen aan) drukt, krijgt u twee knoppen:
- Toewijzen aan: deze knop wijst de behandelingsgegevens toe aan een specifiek behandelingsgegevensbestand
dat door de gebruiker een naam kan worden gegeven
- Pijnschaal openen: deze knop opent de pijnschaal zodat de pijn vóór de behandeling kan worden geregistreerd
GEBRUIKSAANWIJZING BIJ INTELECT
MOBILE 2
®