Ankerlocaties dienen te voldoen aan tabel 5, inclusief een omleidingshoek 90º en terugspringing in de gevel 350 mm (1,1 ft),
wat het correct functioneren van het toestel moet waarborgen bij een val. Laterale bewegingen naar beide kanten vanuit de centrale
as moeten worden beperkt tot maximaal 1,5 m (5 ft) zoals afgebeeld. Het ankerpunt van de V-EDGE PFL moet op voethoogte
van de gebruiker zijn of hoger. Boven het verankeringspunt klimmen is niet toegestaan. (Zie tabel 5) Er moeten maatregelen
worden getroffen om gebruik over onbedoelde randen (zoals op de tegenoverliggende kant van de verankering of rond hoeken) te
voorkomen.
Als een val over een rand mogelijk is, moeten er speciale reddingsmaatregelen en training daarin worden vastgelegd. Nagedacht
moet worden over hoe men bij een persoon kan komen die na een val hangt zonder de veiligheidslijn die over een rand ligt nog meer
te belasten of te bewegen.
5 Vrije valruimte
Er moet voldoende vrije valruimte zijn om te voorkomen dat iemand een obstakel of de constructie raakt tijdens een val. Onvoldoende
vrije valruimte of obstructies kunnen het functioneren van de V-EDGE PFL hinderen.
Raadpleeg tabel 4 (verticaal en horizontaal gebruik) of tabel 5 (horizontaal gebruik over een rand) voor aanvaardbare ankerlocaties
in relatie tot de gebruiker en voor minimum eisen aan vrije valruimte. De vrije valruimte worst berekend als de verticale afstand tussen
het werkplatform en het eerste obstakel daaronder (zoals het volgende platform of de grond).
De eisen aan vrije valruimte in de gra ek in tabel 4 zijn gebaseerd op omstandigheden van een vrije val. De aanwezigheid van
obstructies (zoals randen in de constructie) kunnen eisen aan vrije valruimte verlagen, maar kunnen extra gevaren met zich
meebrengen, zoals risico van scheuren of letsel door ergens tegenaan stoten. Extra vrije valruimte kan nodig zijn om de effecten van
een slingerende val op te vangen.
Bevestig de V-EDGE PFL alleen aan een anker dat bij een val kan afbuigen of activeren, zoals een doodgewicht anker of ankerlijn, als
er geen risico is dat de lijn een rand kan raken. In dergelijke gevallen moet deze extra afstand door activering worden opgeteld bij de
minimale vrije valruimte zoals gespeci ceerd in tabel 4 (niet over een rand).
De valafstand moet tot een minimum beperkt worden om kans op letsel zo klein mogelijk te houden.
6 Reinigen, onderhoud en opslag
De buitenkant en veiligheidslijn van de V-EDGE PFL kunnen, indien nodig, worden gereinigd met een vochtige doek en warm water
(max. 40°C) en moeten aan de lucht drogen voordat ze weer kunnen worden gebruikt. Buitensporige ophoping van vuil, verf, enz. kan
het oprollen en de sterkte van de veiligheidslijn nadelig beïnvloeden.
Bewaar en vervoer de V-EDGE PFL in een koele, droge en schone omgeving, uit de buurt van stof, olie en direct zonlicht. Tijdens het
vervoer moet het toestel beschermd worden om schade en contaminatie te voorkomen. Inspecteer de V-EDGE PFL na langdurige
opslag voordat u deze weer in gebruik neemt.
Wanneer u het toestel niet gebruikt, bewaar het dan met de veiligheidslijn volledig opgerold, omdat de oprolveer kan verzwakken als
de veiligheidslijn langdurig volledig uitgetrokken blijft. Als de veiligheidslijn wordt losgelaten, zal deze met hoge snelheid oprollen en
mogelijk interne delen beschadigen en/of valse slagen veroorzaken in de veiligheidslijn.
Bewegende delen van musketonhaken, karabijnhaken en de bevestigingsbeugel moeten periodiek worden gesmeerd met kruipolie
met lage viscositeit. Volg de instructies van de fabrikant van het smeermiddel op. Gebruik niet teveel smeermiddel. Veeg overtollig
smeermiddel af met een schone, droge doek.
7 Inspecties voorafgaand aan gebruik en periodieke inspectie (tabel 2)
De veiligheid van de gebruiker is afhankelijk van de constante ef ciëntie en duurzaamheid van de uitrusting, daarom moet deze
voor elk gebruik worden geïnspecteerd. Periodieke inspecties moeten worden uitgevoerd door iemand anders dan de gebruiker die
gekwali ceerd
is voor de inspectie van V- EDGE PFLs volgens de instructies van MSA. Het interval wordt bepaald door het gebruik
1
(tabel 7), plaatselijke regelgeving of omgevingsfactoren, maar minimaal eens per jaar.
Het resultaat van de inspectie moet worden bijgehouden. Een voorbeeld van een periodiek logboek kan worden gedownload vanaf deze
productpagina op MSAsafety.com door de klikken op het tabblad Literatuur.
Tabel 7
Interval periodieke inspectie
Gebruik
Interval
Zelden tot licht
Jaarlijks (12 maanden)
Matig tot intensief
Halfjaarlijks tot jaarlijks (6-12 maanden)
Zeer intensief tot continu Per kwartaal tot halfjaarlijks (3-6 maanden)
De levensduur wordt bepaald door een deskundig persoon.
De V-EDGE PFL kan niet worden gerepareerd. De V-EDGE PFL mag niet worden gemodi ceerd en er mag niets aan worden
toegevoegd. Als de V-EDGE PFL aan een val heeft blootgestaan, niet slaagt voor de inspectie, of als er een probleem is of als er
twijfel is aan de geschiktheid van de V-EDGE PFL, dan moet het toestel als "ONBRUIKBAAR" worden gelabeld en volgens de lokale
regelgeving worden afgevoerd.
Maximum gebruiksduur van het product:
Constant gebruik is ervan afhankelijk of het toestel slaagt voor de inspecties voorafgaand aan gebruik en de periodieke inspecties. De
levensduur van het product kan verminderd worden door gebruiksfrequentie en -voorwaarden of lokale regelgeving.
1. Deskundig persoon: iemand anders dan de gebruiker die deskundig is in de inspectie van PBM in overeenstemming met de instructies van MSA.
NL
73