D) Stresstest en oefeningtest
1. Breng de TC-I-sensor bij de patiënt aan volgens de stappen in B (De sensor bij de patiënt aanbrengen).
2. Zorg ervoor dat de sensor zo weinig mogelijk beweegt wanneer de patiënt zich overmatig beweegt. Gebruik een
hoofdband, laat de sensorkabel onder de kin van de patiënt doorlopen en zet de kabel vast aan de hoofdband aan de
kant van het hoofd waar de oorsensor niet is aangebracht.
3. Klem de kledingklem aan de pyjama van de patiënt.
E) De sensor loskoppelen
Van de patiëntenkabel
M-LNCS -connector
1. Zie afbeelding 7. Til terwijl u de patiëntenkabelconnector aan de zijkanten vasthoudt het klepje van de sensorconnector
van de patiëntenkabelconnector af.
2. Zie afbeelding 8. Trek stevig aan de sensorconnector om deze uit de patiëntenkabel te verwijderen.
LNCS -connector
1. Raadpleeg afbeelding 9. Licht het deksel op om bij de sensorconnector te komen.
2. Zie afbeelding 10. Trek stevig aan de sensorconnector om deze uit de patiëntenkabel te verwijderen.
LNOP-connector
1. Plaats uw duim en wijsvinger op de knoppen aan weerszijden van de patiëntenkabelconnector.
2. Zie afbeelding 11. Verwijder de sensor door stevig op de knoppen te drukken en dan te trekken.
Van de patiënt
U verwijdert de TC-I-sensor van het oor van de patiënt door de oorklem voorzichtig open te drukken en te verwijderen.
LET OP: om ongemak bij de patiënt of schade aan de sensor te voorkomen, moet u de sensor niet van het oor van de patiënt
verwijderen door aan de kabel te trekken
REINIGING
LET OP:
• Geen onverdund bleekwater (5%-5,25% natriumhypochloriet) of ander reinigingsmiddel dan de hier aanbevolen
middelen gebruiken omdat dit blijvende schade aan de sensor kan veroorzaken.
• Niet steriliseren door middel van bestraling, stoom, autoclaaf, gluteraldehyde (Cidex) of ethyleenoxide
Reiniging van het sensoroppervlak
1. Neem de sensor van de patiënt en koppel de sensor los van de patiëntenkabel.
2. Reinig de TC-I-sensor door deze af te nemen met een doekje met 70% isopropanol of een zacht reinigingsmiddel.
3. Laat de sensor drogen voor plaatsing op de patiënt.
of
1. Als beperkte desinfectie nodig is, neem alle oppervlakken van de TC-I-sensor en kabel dan af met een doek of gaasje
doordrenkt met een bleek/wateroplossing in een verhouding van 1:10.
2. Doordrenk een ander doekje of gaasje met steriel of gedestilleerd water en veeg er alle oppervlakken van de TC-I-sensor
en kabel mee af.
3. Veeg alle oppervlakken van de sensor en kabel droog met een schoon doekje of droog gaasje.
De sensor door weken reinigen of desinfecteren
1. Plaats de sensor in een reinigingsoplossing (bleek/wateroplossing 1:10), zodat de sensor en het gewenste kabeldeel
volledig zijn ondergedompeld.
WAARSCHUWING: Dompel het connectoruiteinde van de sensorkabel niet onder om beschadiging van de sensor te
voorkomen.
2. Verwijder de luchtbelletjes door de sensor en kabel zachtjes te bewegen.
3. De sensor en de kabel tenminste 10 minuten en niet langer dan 24 uur laten weken. De connector niet onderdompelen.
4. Verwijder uit de reinigingsoplossing.
5. Plaats de sensor en de kabel bij kamertemperatuur 10 minuten lang in steriel of gedestilleerd water. De connector niet
onderdompelen.
6. Uit het water verwijderen.
7. Droog de sensor en de kabel met een schone doek of een droog gaasje.
36
5357F-eIFU-0817