Leica BIOSYSTEMS BOND Ready-to-Use ISH Lambda Probe PB0669 Mode D'emploi page 31

• Neem voor een veiligheidsinformatieblad contact op met uw lokale distributeur of regionale kantoor van Leica Biosystems, of ga naar
de website van Leica Biosystems: www.LeicaBiosystems.com.
• Monsters, en alle materialen die eraan worden blootgesteld, moeten voor en na fixatie worden behandeld als potentiële overdragers
van infecties en met inachtneming van de juiste voorzorgsmaatregelen worden afgevoerd
worden gepipetteerd. Vermijd contact van huid en slijmvliezen met reagentia of monsters. Alsreagentia of monsters in contact komen
met gevoelige gebieden, moet u deze gebieden wassen met een ruime hoeveelheid water. Neem contact op met een arts.
• Raadpleeg de richtlijnen van de lokale, provinciale of nationale overheid voor het afvoeren van potentieel giftige componenten.
• Minimaliseer de kans op microbiële contaminatie van reagentia. Als u dit niet doet, kan er een toename van niet-specifieke kleuring
optreden.
• Terugwinning, incubatietijden of temperaturen die afwijken van de specificaties kunnen foutieve resultaten geven. Zulke
veranderingen moeten worden gevalideerd door de gebruiker.
Gebruiksaanwijzing
Lambda Probe is ontwikkeld voor gebruik op het geautomatiseerde BOND systeem (waaronder het Leica BOND-MAX-systeem en
het Leica BOND-III-systeem), in combinatie met Anti-Fluorescein Antibody en BOND Polymer Refine Detection. Het aanbevolen
kleuringsprotocol voor Lambda Probe is ISH Protocol A. Het wordt aanbevolen enzymen terug te winnen met behulp van de BOND
Enzyme Pretreatment Kit, Enzyme 1, gedurende 15 minuten.
Gebruik altijd geschikte controles voor weefsel en reagens. Het protocol voor controle van weefsel en reagens dient overeen te
stemmen met het protocol van de Lambda Probe.
Kwaliteitscontrole
Verschillen in weefselverwerking en technische procedures in het laboratorium van de gebruiker kunnen significante verschillen in
resultaten geven, wat het noodzakelijk maakt regelmatig interne controles uit te voeren in aanvulling op de volgende procedures.
Positieve weefselcontrole
Wordt gebruikt om een indicatie te geven dat de weefsels juist geprepareerd zijn en dat de juiste kleuringstechnieken zijn gebruikt.
Er dient één positieve weefselcontrole te worden opgenomen voor iedere set testcondities waarin de kleuring wordt uitgevoerd. Voor
optimale kwaliteitscontrole en detectie van lichte degeneratie van de reagens is een weefsel met zwakke positieve kleuring meer
geschikt dan een weefsel met sterke positieve kleuring.
Negatieve weefselcontrole
Dient te worden onderzocht ná het positieve controleweefsel, om de specificiteit van de labeling van de probe met het target te
verifiëren.
De verscheidenheid aan celtypen die in de meeste weefselcoupes aanwezig zijn levert vaak negatieve controlelocaties op, maar dit
moet wel worden geverifieerd door de gebruiker.
Negatieve reagenscontrole
Gebruik RNA Negative Control Probe PB0809 in plaats van de Lambda Probe met een coupe van ieder patiëntmonster om niet-
specifieke kleuring te evalueren en specifieke kleuring bij het target beter te kunnen interpreteren.
Positieve reagenscontrole
Gebruik RNA Positive Control Probe PB0785 in plaats van de Lambda Probe met een coupe van ieder patiëntmonster om informatie te
verkrijgen over het behoud van nucleïnezuren in het weefsel, en over toegankelijkheid van nucleïnezuren voor de probe. Als de RNA
Positive Control Probe geen positieve kleuring vertoont, moeten de resultaten die op basis van testmonsters zijn verkregen als ongeldig
worden beschouwd.
Patiëntweefsel
Bekijk patiëntenmonsters gekleurd met Lambda Probe als laatste. Bepaal de intensiteit van de positieve kleuring binnen de context van
iedere niet-specifieke achtergrondkleuring van de RNA Negative Control Probe PB0809.
Verwachte Resultaten
Normale weefsels
PB0669 heeft mRNA van lambdaketens gedetecteerd in B-cellen van de milt en de amandelen, alsmede in enkele B-cellen in een
breed scala aan weefsels, van onder meer borst, cervix, lever, speekselklier, oorspeekselklier, bijnier, larynx, dunne darm en dikke
darm. Ook zijn er in beenmerg voorloper-B-cellen positief getest voor mRNA van de lambdaketen. Verder is er kleuring waargenomen
in epitheelcellen van schildklier, prostaat, larynx en slokdarm, niertubuli, secretoire cellen in de bijnieren en leydigcellen. (Totaal aantal
beoordeelde normale gevallen = 109).
Tumorweefsels
PB0669 kleurde 4/6 plasmacelmyelomen. Er werd geen kleuring waargenomen in T-cellymfomen (0/3), diffuse grootcellige
B-cellymfomen (0/2), hodgkinlymfomen (0/2), Burkitt-lymfomen (0/1), longtumoren (0/3), ovariumtumoren (0/3), levertumoren (0/2),
schildkliertumoren (0/2), slokdarmtumoren (0/2), borsttumoren (0/2), gemetastaseerde tumoren van onbekende oorsprong (0/2),
hersentumoren (0/2), testistumoren (0/2), huidtumoren (0/2), een colontumor (0/1), een maagtumor (0/1), een rectumtumor (0/1), een
tumor van de larynx (0/1) en een tumor van de thymus (0/1). (Totaal aantal beoordeelde afwijkende gevallen = 41).
PB0669 wordt aanbevolen voor de detectie van mRNA van lambda lichte ketens.
Productspecifieke beperkingen
Lambda Probe is door Leica Biosystems geoptimaliseerd voor gebruik met Anti-Fluorescein Antibody, BOND Polymer Refine Detection
en BOND hulpreagentia. Gebruikers die afwijken van de aanbevolen testprocedures moeten verantwoordelijkheid nemen voor
interpretatie van patiëntresultaten onder deze omstandigheden.
. Reagentia mogen nooit met de mond
5
PB0669
Page 30