8
Nederlands
|
2.8
Veiligheidsvoorschriften voor onderhouds-, inspectie- en
montagewerkzaamheden
De exploitant dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden
worden uitgevoerd door hiertoe geautoriseerd en gekwalificeerd vakpersoneel, dat in voldoende
mate is geïnformeerd door bestudering van de montage- en gebruikshandleiding.
In principe mogen alle werkzaamheden aan de installatie alleen in stilstand worden uitgevoerd. De
in de montage- en gebruikshandleiding beschreven procedure voor het stilzetten van de installatie
moet absoluut worden gevolgd. Onmiddellijk na afronding van de werkzaamheden en voordat de
installatie weer in bedrijf wordt genomen, moeten alle veiligheids- en beveiligingssystemen weer
worden aangebracht en geactiveerd.
2.9
Eigenhandige ombouw en vervaardiging van reserveonderdelen
Het ombouwen of wijzigen van de installatie is alleen toegestaan na overleg met de fabrikant. Origi-
nele reserveonderdelen en door de fabrikant geautoriseerde toebehoren dragen bij aan een veilig
gebruik. Door gebruik van andere onderdelen kan de aansprakelijkheid voor eventuele daaruit
voortvloeiende gevolgen komen te vervallen.
2.10
Ongeoorloofd gebruik
Het veilige gebruik van de installatie is alleen te waarborgen als deze wordt gebruikt overeenkom-
stig de montage- en gebruikshandleiding. De in de technische gegevens aangegeven grenswaar-
den mogen onder geen beding worden overschreden.
3.
Typesleutel
HP-/HPC
95
–
100
–
8
/
2
Aantal gereduceerde
loopwielen
Aantal trappen
Nominale afmeting zuig-/druktuit
Nominaal debiet m³/h
Hogedrukpomp met frequentieomvormer
C = verhoogde corrosiebestendigheid