11.2
Min. toevoerdruk
De maximale aanzuighoogte H wordt als volgt berekend:
H = p
x 10,2 – NPSH – H
b
Legenda:
p
=
Barometerstand in bar
b
(De barometerstand kan eventueel 1 bar zijn). In gesloten installaties geeft pb de
systeemdruk in bar aan)
NPSH
=
Net Positive Suction Head in mWS
(in de NPSH-curve in bijlage B af te lezen bij het grootste debiet dat de pomp ver-
werkt)
H
=
Wrijvingsverlies in de aanzuigleiding in mWs
f
H
=
Hoogte dampdruk in mWS, (zie bijlage D.)
v
T
=
Mediumtemperatuur
m
H
=
Veiligheidsmarge van 0,5 tot 1,0 mWS
s
Als de berekende aanzuighoogte positief is, kan de pomp met de betreffende aanzuighoogte van
maximaal "H" mWS werken. Als de berekende aanzuighoogte negatief is, is een opvoertransport
van minstens "H" mWS noodzakelijk. De berekende hoogte moet tijdens het bedrijf steeds con-
stant zijn.
Voorbeeld:
Pomptype:
Debiet:
Mediumtemperatuur:
NPSH-waarde:
p
=
1 bar
b
H
=
1 m gekozen
s
H
=
3,0 mWS
f
H
=
7,2 mWS (afgelezen in bijlage D)
v
H
=
pb x 10,2 – NPSH – H
H
=
1 x 10,2 – 1,1 – 3,0 – 7,2 – 0,5 = 1,6 mWS
Het resultaat houdt in dat een aanzuighoogte van maximaal 1,6 mWS is toegestaan tijdens het bedrijf.
– H
– H
f
v
s
HP-E – ...
15 m³/u
+90 °C
1,1 mWS (afgelezen in bijlage B)
– H
– H
f
v
Afb. 26 Schematische weergave van de maximale
aanzuighoogte H van een open installatie
s
31
Nederlands
|