3a.
4.
5.
6.
6.1.2
Opstelling van de fundering
Waarschuwing
Controleer of het product bij de installatie veilig is bevestigd in een stabiele positie.
Bovendien moet gecontroleerd worden of de fundering het gewicht van het product
goed kan dragen.
Het is raadzaam de pomp op een vaste betonnen fundering te monteren. De fundering moet zo
groot zijn dat het volledige pompaggregaat langdurig en veilig kan worden gesteund. Bovendien
moet de fundering trillingen en de bij normaal gebruik optredende krachten en stoten kunnen
Extra steunen: pompen die in mobiele installa-
ties of schepen worden geïnstalleerd, moeten
met een extra hoeksteun tussen het lantaarn-
stuk en een vast onderdeel of de wand worden
bevestigd.
Om eventueel lawaai van het object te beper-
ken, raden we aan de leidingen te voorzien van
compensatoren en de pomp te monteren op
een trillingsreducerende ondergrond. Afsluiters
moeten voor en achter de pomp worden ge-
monteerd. Zo wordt voorkomen dat de instal-
latie leeg moet worden gemaakt bij eventuele
schoonmaakwerkzaamheden, reparaties of
vervanging van de pomp. De pomp moet met
een terugslagklep (voetventiel) worden bevei-
ligd tegen terugstroming.
De leidingen moeten zodanig worden gemon-
teerd, dat zich met name in de aanzuigleiding
geen lucht kan verzamelen.
In de volgende installaties moet er een
vacuümklep op de pomp worden gemonteerd:
•
De samengeperste lucht loopt stroomaf-
waarts van de pomp weg.
•
Er bestaat een risico van een sifoneffect.
•
Er is bescherming noodzakelijk tegen het
terugstromen van verontreinigde media.
Nederlands
17
|