128
nederlands
|
1.6 Veiligheidsinstructies voor uitvoerder/gebruiker
Gevaar ten gevolge van elektrische spanning moet voorkomen worden (voor details wordt
verwezen naar de voorschriften van het plaatselijk energiebedrijf).
1.7 Veiligheidsinstructies voor montage-, onderhoudsen inspectiewerkzaamheden
De uitvoerder/gebruiker is verantwoordelijk dat alle montageonderhouds- en inspectiewerk-
zaamheden door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel geschiedt. Deze stellen zich op
de hoogte van montage- en bedrijfshandleiding. Werk aan de installatie is alleen bij stilstand
en spanningsloze toestand toegestaan. Direkt na het beëindigen van de werkzaamheden
moeten alle veiligheids- en beschermingsmaatregelen weer in orde gebracht worden. Voor
opnieuw ingebruik nemen wordt verwezen naar hoofdstuk 5 «elektrische aansluiting».
1.8 Aanpassingen en reserveonderdelen
Aanpassingen en veranderingen aan pompen/installatie zijn alleen na overleg met fabrikant
toegestaan. Alleen originele reserveonderdelen en door fabrikant geaccepteerde onderdelen
mogen toegepast worden. Bij toepassing van andere onderdelen vervalt elke vorm van aans-
prakelijkheid en is de fabrikant evenmin aansprakelijk voor de gevolgen daarvan.
1.9 Andere toepassingen/gebruik
De bedrijfszekerheid van de pompen/installatie geldt alleen bij juiste toepassing (hoofdstuk
3 «toepassing») van de montage- en bedrijfshandleiding. De in de technische specificatie
aangegeven maximum waarden mogen in geen geval overschreden worden.