P R OD U C T R E I NIGEN
P R OD U C T R E I NIGEN
Reinigen van het drukregelventiel:
Verwijder na elk gebruik het drukregelventiel door onderdeel „7a" tegen de klok in te draaien
totdat de „ "-markering en de „ "-markering tegenover elkaar staan (fig. 8). Hierna kunt u het
drukregelventiel wegnemen. Let er op dat de veer in het ventiel blijft. Spoel alle onderdelen
grondig af met water en zet ze weer in elkaar. Draai aan onderdeel „7a" om na te gaan dat
het goed en met de klok mee draait. Als dit niet het geval is, is de veer niet correct geplaatst.
Reinigen van het drukregelklep (item 8) en het drukafvoer (item 3):
Controleer na elk gebruik of de drukontlastingsonderdelen zuiver zijn. De drukaflaatonderdelen
kunnen in warm water worden gereinigd (fig. 8). Verwijder het ventiel en de voet ervan, en
controleer of de ventielafdichting zuiver en vrij van afzettingen is. Vervang de afdichtring als
deze versleten of gebarsten is. Spoel alle onderdelen af in warm water. Monteer alle onderde-
len zoals oorspronkelijk.
V EI LI GHE I DS VE NTIEL
V EI LI GHE I DS VE NTIEL
Controleer na elk gebruik of het veiligheidsventiel zuiver is. Spoel af met
warm water. Indien nodig kunt u het ventiel voorzichtig bewegen (indruk-
ken) met de achterkant van een naald om vastzittend vuil los te maken
(fig. 17).
A F DI C HT R I NG
A F DI C HT R I NG
Spoel na elk gebruik in warm water of met een beetje zeepwater.
Plaats de afdichtring correct in de daarvoor bestemde uitsparing in het veiligheidsventiel.
A A N W IJ Z IN G : WAAR SCH UWIN G; HERSTELL I NG E N M OG E N A L L E E N
A A N W IJ Z IN G : WAAR SCH UWIN G; HERSTELL I NG E N M OG E N A L L E E N
W OR DE N U I T G EVO ERD DO O R GEAU TO RIS E E RD P E R SONE E L .
W OR DE N U I T G EVO ERD DO O R GEAU TO RIS E E RD P E R SONE E L .
PR OB LE E M
PR OB LE E M
De drukmeter gaat niet om-
hoog, of er wordt geen druk
opgebouwd in het apparaat.
IAN 428593_2301
PR O B L EM EN O P LO S S E N
PR O B L EM EN O P LO S S E N
MO GELIJK E OO R Z AA K
MO GELIJK E OO R Z AA K
De drukmeter gaat niet om-
hoog, of er wordt geen druk
opgebouwd in het apparaat.
Te kleine hoeveelheid kook-
vloeistof
De bovenste en onderste
handgrepen zijn niet goed
met elkaar verbonden, en de
dichtingsring zit niet op de
juiste positie.
De dichtingsring is niet
schoon.
fig. 17
R E ME D I E
R E ME D I E
Stel een hogere
temperatuur in.
Voeg meer kookvloeistof toe.
Sluit de snelkookpan tot ze
afgekoeld is. Vvwerbinden
beide handgrepen met el-
kaar, en breng de dichtings-
ring in de juiste positie.
Maak de dichtingsring
schoon.
191 |
RB