1. Algemene aanwijzingen
Deze gebruiksaanwijzing verschaft u een overzicht van de noodzakelijke stappen voor de inbedri-
jfstelling en het gebruik van het computersysteem. Lees deze gebruiksaanwijzing ook als u met de
bediening van computersystemen vertrouwd bent.
Met het begrip 'apparaat' wordt hierna de door ACL GmbH voor Dräger geproduceerde OR-PC
resp. OR-PC
24 bedoeld.
®
2. Classificatie en gebruik conform de bestemming
Het apparaat is bedoeld voor documentatiedoeleinden van data, zoals patiënteninformatie binnen
en buiten de operatiekamer, intensive care en soortgelijke toepassingsgebieden. Het ondersteunt
de lokale softwareomgeving en kan onderdeel van het ICT-systeem zijn.
In navolging van IEC 60601-1:2020, hoofdstuk 6 geldt de volgende classificatie:
6.2
Apparaat van beschermingsklasse I
6.3
IP20
6.4
Het apparaat is niet bedoeld voor sterilisatie.
6.5
Gebruik in een met zuurstof verrijkte omgeving is niet voorzien.
6.6
Het apparaat is geschikt voor continubedrijf.
Tijdens het aansluiten van apparaten is het niet toegestaan om tegelijkertijd de patiënt en de con-
tacten van aansluitstekkers van de signaalin- of -uitgangsonderdelen aan te raken.
Het apparaat
• is een professioneel ME-apparaat in de zin van IEC 60601-1-2:2014, lid 3.23,
• is geschikt om binnen de patiëntomgeving te worden ingezet,
• is niet geschikt voor gebruik waarbij er direct contact met de patiënt is,
• is niet bedoeld om door de patiënt bediend of onderhouden te worden,
• is niet goedgekeurd voor gebruik in privéhuishoudens,
• beschikt niet over vuurvaste behuizingseigenschappen volgens IEC 60601-1:2020, lid 11.2,
• is niet explosieveilig, en
• mag alleen in bedrijf genomen, bediend of onderhouden worden door gekwalificeerd vakperso-
neel dat vertrouwd is met het apparaat en met dit handboek.
Er is geen informatie vereist over acties die gevaarlijke toestanden of situaties voor mens, dier of
milieu af moeten wentelen.
Het aansluiten van apparaten van derden is met inachtneming van de beperkingen, toelichtingen
en casusvoorbeelden in
paragraaf 3.1
toegestaan.
88
3. Opstellen en in gebruik nemen
Het apparaat wordt voor het verlaten van de fabriek grondig gereinigd. De apparaten zijn echter
steriel noch gedesinfecteerd bij aankomst, vanwege transportomstandigheden en verpakking.
Lees eerst de tips voor onderhoud en hygiëne in
21
Controleer apparaat en accessoires eerst op compleetheid aan de hand van de meegeleverde
®
pakbon.
Het apparaat mag uitsluitend rechtopstaand gebruikt worden, gebruik onder een hoek van meer
dan 30° uit de loodlijn in elke willekeurige richting is niet toegestaan. Gebruik in niet-toegestane
posities (omgekeerd op de kop, liggend op de achterkant of op het display) is verboden en kan tot
beschadiging van het apparaat leiden.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde schroeven. Gebruik voor de veilige montage van het ap-
paraat altijd alle bevestigingspunten.
Voor een betrouwbare en continue werking van het apparaat is een passende ventilatie noodza-
kelijk. Deze beschermt het apparaat tegen oververhitting. Plaats het apparaat daarom niet op een
plaats of onder omstandigheden waar een voldoende ventilatie van de behuizingsoppervlakken
niet mogelijk is. Om hittestuwing of een onderbreking van de luchtcirculatie te vermijden en de
houder van het apparaat te beschermen tegen eventuele overbelasting, is het niet toegestaan,
voorwerpen of materialen op het apparaat te leggen of aan het apparaat te hangen.
Om gevaar voor verwonding en beschadiging van het apparaat te vermijden, dienen alle aanslu-
itkabels zodanig te worden gelegd dat niemand erop kan gaan staan, erover kan struikelen of er
zware voorwerpen op kan zetten. Bij de montage moet voor een stevige standplaats en/of voor
een stabiele ophanging gezorgd worden.
3.1 Aansluiten van apparaat en kabels
Gebruik uitsluitend de meegeleverde aansluitkabels.
Sluit als eerste de potentiaalvereffeningskabel (kleurcodering groen-geel) aan, om voor voldoende
potentiaalvereffening tussen gebruiker en apparaat te zorgen. Gebruik zonder aangesloten poten-
tiaalvereffening is in een medische omgeving niet toegestaan.
Controleer voor de aansluiting op een stroomnet de correcte spanning en frequentie van uw
elektriciteitsnet (zie typeplaatje op de behuizing). Sluit voorzichtig alle gewenste verbindingska-
bels (netkabel, toetsenbord, muis, seriële kabel, netwerk enz.) op het apparaat aan. Om het risico
van een elektrische schok te voorkomen, mag het apparaat alleen op een stroomnet met aarding
worden aangesloten. Controleer tot slot of alle kabelaansluitingen vast zitten. Het aanbrengen van
trekontlasting aan het apparaat door de eindklant is niet noodzakelijk.
Voor een volledige scheiding van het net schakelt u de hoofdschakelaar uit of trekt u de stekker uit
het stopcontact. Pak de kabel altijd vast bij de stekker als u deze uit het contact wilt nemen. Trek
niet aan de kabel. Plaats het apparaat niet onder omstandigheden die het loskoppelen van het
elektriciteitsnet bemoeilijken.
ALWAYS A STEP AHEAD
paragraaf
5.1.
NL
89