Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Gebruiksaanwijzing gazontractoren
Mulchen
Met het juiste toebehoren kunt
u met verschillende machines ook
mulchen. Vraag naar het toebehoren
bij uw vakhandel.
Maak de grasvangvoorziening
leeg
Zie de aparte gebruiksaanwijzing
voor de grasvanger.
Tips voor het verzorgen
van het gazon
Maaien
Gazon bestaat uit verschillende
soorten gras. Als u vaak maait,
bevordert dit de groei van gras met
stevige wortels. Als u minder vaak
maait, bevordert dit de groei van
lang gras en planten als klaver en
madeliefjes.
De normale hoogte van een gazon
bedraagt 4 tot 5 cm. Maai slechts
een derde van de totale hoogte van
het gras. Maai dus bij gras van
7–8 cm op normale hoogte.
Het gazon niet korter maaien dan
4 cm omdat het anders bij droog
weer beschadigd raakt.
Lang gras (bijvoorbeeld na de
vakantie) in verschillende beurten
tot normale lengte maaien.
Mulchen (met toebehoren)
Het gras wordt bij het maaien
in kleine stukjes van ca. 1 cm
gesneden en blijft liggen. Het gazon
krijgt zo de beschikking over veel
voedingsstoffen.
Voor een optimaal resultaat moet
het gazon altijd kort worden
gehouden. Zie ook het gedeelte
„Maaien".
Neem de volgende aanwijzingen
in acht bij het mulchen:
– Maai geen nat gras.
– Maai nooit meer dan 2 cm van
de totale lengte van het gras.
– Rijd langzaam.
– Gebruik het maximale toerental.
– Reinig het maaimechanisme
regelmatig.
Transporteren
Rijd voor het maaien op een andere
plaats slechts korte stukken met de
gazontractor. Gebruik voor grote
stukken een transportvoertuig.
Opmerking: de machine mag niet
worden gebruikt op de openbare
weg.
Korte stukken
!
+IZEEV
(SSV LIX QEEMQIGLERMWQI OYRRIR
ZSSV[IVTIR [SVHIR QIIKIRSQIR
IR [IKKIWPMRKIVH (MX OER WGLEHI
ZIVSSV^EOIR
Schakel de maaimessen uit
voordat u met de machine rijdt.
Lange stukken
0IX ST
8VERWTSVXWGLEHI
(I KIFVYMOXI XVERWTSVXQMHHIPIR
FMNZSSVFIIPH XVERWTSVXZSIVXYMK
PEEHTIVVSR QSIXIR ZSPKIRW
FIWXIQQMRK [SVHIR KIFVYMOX
>MI LMIVZSSV HI FMNFILSVIRHI
KIFVYMOWEER[MN^MRK
(I QEGLMRI QSIX ZSSV LIX KIFVYMO
[SVHIR ZEWXKI^IX ^SHEX HI^I RMIX
OER [IKKPMNHIR
+IZEEV ZSSV LIX QMPMIY
HSSV PIOOIRHI FVERHWXSJ
:IVZSIV HI QEGLMRI RMIX
MR IIR KIOERXIPHI TSWMXMI
Zet het transportvoertuig gereed.
Breng het laadperron aan
het transportvoertuig aan.
Duw de machine in de vrijloop
met de hand op het laadvlak
(ontgrendel de aandrijving bij
een machine met een
hydrostaataandrijving).
Ontgrendel de vastzetrem.
Voorkom wegglijden van de
machine.
Onderhoud / reiniging
!
+IZEEV
:IV[SRHMRKWKIZEEV HSSV
SRFIHSIPH WXEVXIR ZER HI QSXSV
&IWGLIVQ Y^IPJ XIKIR ZIV[SRHMR
KIR %PXMNH ZSSV [IVO^EEQLIHIR
EER HI^I QEGLMRI
r >IX HI QSXSV YMX
r 8VIO HI WPIYXIP YMX LIX GSRXEGX
r ;EGLX XSX EPPI FI[IKIRHI HIPIR
ZSPPIHMK XSX WXMPWXERH KIOSQIR ^MNR
(I QSXSV QSIX EJKIOSIPH ^MNR
r 8VIO HI FSYKMIWXIOOIV PSW ZER HI
QSXSV ^SHEX SRFIHSIPH WXEVXIR
ZER HI QSXSV RMIX QSKIPMNO MW
Reinigen
De machine reinigen
0IX ST
+IFVYMO ZSSV LIX VIMRMKIR KIIR
LSKIHVYOVIMRMKIV
Reinig indien mogelijk meteen
na het maaien.
Zet de machine op een vaste
en vlakke ondergrond.
Zet de rijrichtinghendel op „F"
of „R" (niet bij alle modellen).
Ontgrendel de vastzetrem.
Maaiwerk reinigen
!
+IZEEV
:IV[SRHMRKWKIZEEV HSSV WGLIVT
QEEMQIW
(VEEK [IVOLERHWGLSIRIR
&MN IIR QEGLMRI QIX QIIV HER ÃÃR
QEEMQIGLERMWQI OER HI FI[IKMRK
ZER IIR QEEMQIGLERMWQI XSX
HVEEMIR ZER IIR ERHIV QEEMQIGLE
RMWQI PIMHIR 6IMRMK HI QEEMKIVIIH
WGLETTIR ZSSV^MGLXMK
0IX ST
1SXSVWGLEHI
/ERXIP HI QEGLMRI RMIX QIIV
HER &VERHWXSJ OER MR HI
ZIVFVERHMRKWVYMQXI PSTIR IR
XSX QSXSVWGLEHI PIMHIR
Nederlands
43
Publicité
