MTD 13B4516N190 Notice D'instructions page 45

Nederlands
Rijden
%ER[MN^MRK
;IIW FMN^SRHIV ZSSV^MGLXMK FMN LIX
EGLXIVYMX VMNHIR :IVERHIV RSSMX ZER
VMNVMGLXMRK ^SRHIV HI QEGLMRI IIVWX
XSX WXMPWXERH XI FVIRKIR
Rijden met hydrostaat- of
autodrive-aandrijving
Start de motor zoals aangegeven.
Zet de rijrichtinghendel (alleen bij
autodrive-aandrijving) in de juiste
stand.
Maak de vastzetrem los:
Druk het rempedaal helemaal in
en laat het weer los.
Bedien het rijpedaal langzaam
tot de gewenste snelheid wordt
bereikt.
Rijden met transmatic-aandrijving
Start de motor zoals aangegeven.
Maak de vastzetrem los:
Druk het koppelings- en
rempedaal helemaal in en houd
het vast.
Zet de rijrichtinghendel in de juiste
stand.
Stel de snelheidsstand in met de
hendel.
Laat het koppelings- en
rempedaal langzaam opkomen.
De machine rijdt.
Machine stilzetten
Laat het rijpedaal los (afhankelijk
van de uitvoering).
Trap op het rempedaal op het
koppelings- en rempedaal tot
de machine stilstaat.
Maaien
Schakel het maaimechanisme uit
voordat u achteruit rijdt en zet het
omhoog.
Verander niet van rijrichting als de
machine rolt of rijdt.
%ER[MN^MRK
&MN IIR QEGLMRI QIX YMX[IVTSTIRMRK
EER HI EGLXIV^MNHI QEK EPPIIR [SV
HIR KIQEEMH QIX KIQSRXIIVHI
KVEWZERKIV SJ YMX[IVTOPIT
42
Machine met transmatic-
aandrijving
Start de motor zoals aangegeven.
Zet de gashendel op
voldoende afgegeven vermogen.
Maak de vastzetrem los: Druk het
koppelings- en rempedaal
helemaal in en houd het vast.
Zet de rijrichtinghendel op „F"/
Vooruit.
Stel de snelheidsstand in met de
hendel.
Schakel het maaimechanisme in.
Beweeg het maaimechanisme
omlaag.
Laat het koppelings- en
rempedaal langzaam opkomen.
De machine rijdt.
Machine met
hydrostaataandrijving
Start de motor zoals aangegeven.
Zet de gashendel op
voldoende afgegeven vermogen.
Schakel het maaimechanisme in.
Beweeg het maaimechanisme
omlaag.
Maak de vastzetrem los:
Druk het rempedaal helemaal
in en laat het weer los.
Kies met het rijpedaal de
voorwaartse richting en snelheid
(door langzaam bedienen).
De machine rijdt.
Machine met autodrive-
aandrijving
Start de motor zoals aangegeven.
Zet de gashendel op
voldoende afgegeven vermogen.
Schakel het maaimechanisme in.
Beweeg het maaimechanisme
omlaag.
Zet de rijrichtinghendel op „F"/
Vooruit.
Maak de vastzetrem los: druk het
rempedaal helemaal in en laat het
weer los.
Kies met het rijpedaal de voor-
waartse snelheid (door langzaam
bedienen). De machine rijdt.
Gebruiksaanwijzing gazontractoren
Algemeen
Let er bij de instelling van de
maaihoogte en rijsnelheid op dat
de machine niet overbelast wordt.
voor
De maaihoogte en de rijsnelheid
moeten worden aangepast aan de
lengte, de aard en de vochtigheid
van het te maaien gras om het gras
probleemloos met een grasvanger
op te kunnen vangen. Wanneer
verstoppingen optreden, dient u de
rijsnelheid te verminderen en de
maaihoogte groter in te stellen.
Machine wegzetten
Zet de machine stil: stap het
koppelings- of rempedaal in of
zet het rijpedaal in de stand „N".
Schakel het maaimechanisme uit.
Zet de gashendel op
Zet het maaimechanisme
helemaal omhoog.
Zet het contactslot na
voor
20 seconden op
Trek de sleutel uit het contactslot.
Vergrendel de vastzetrem voordat
u de machine verlaat. Trap
daarvoor op het rempedaal of
het koppelings- en rempedaal
bij modellen met transmatic-
aandrijving en afhankelijk van
de uitvoering:
– zet de hendel (Afbeelding E)
op
– druk op de schakelaar
(Afbeelding F).
Machine met
hydrostaataandrijving duwen
voor
Duw de machine alleen als de motor
is uitgeschakeld.
Maak de vastzetrem los.
Ontgrendel de transmissie
(Afbeelding
trek de hendel naar buiten en
duw deze naar beneden.
Zet de transmissieontgrendelings-
hendel terug voordat u de motor
start.
.
/0.
of
J
):