BIOTRONIK Selectra Manuel Technique page 29

Punctie
1 Een geschikte punctiecanule (binnendiameter minstens 1 mm = 18 G) op de spuit
aansluiten. De gekozen ader (bijvoorbeeld vena subclavia, vena cephalica) op een
geschikt punt puncteren.
Let op! Bij patiënten met chronische longziektes bestaat een verhoogd gevaar voor
een pneumothorax!
2 Ter controle van de aderpunctie: Bloed in de spuit aspireren.
3 Spuit verwijderen. Canule in positie laten.
Geleidekatheter tot boezem inbrengen
1 Bijgeleverde geleidedraad onder röntgencontrole door de canule in de ader
inbrengen, en tot de boezem verder schuiven.
2 Canule verwijderen.
Opmerking: U kunt bovendien een Peel-Away-inbrengsheath met dilatator gebruiken.
Geschikt daarvoor is een introducer set met een binnendiameter van minstens 9 F:
• Schuif de inbrengsheath met de volledig ingevoerde dilatator via de geleidedraad in
het vat.
• Verwijder daarna de dilatator. De inbrengsheath blijft in het vat.
3 De gekozen buitenste geleidekatheter met dilatator via de geleidedraad inbrengen.
Geleidekatheter tot in de boezem vooruit schuiven.
Let op! Geleidekatheter voorzichtig vooruit schuiven om de beschadiging van de
vatwanden te voorkomen!
4 Dilatator en geleidedraad verwijderen. 
De geleidekatheter neemt daarna weer zijn gekromde voorvorming aan (behalve boch-
tenvorm Straight en Straight L) en maakt zo de toegang tot de sinus coronarius mogelijk.
Sonderen van de sinus coronarius, katheter in sinus coronarius inbrengen
De bepalende stap bij de implantatie van een elektrode in het kransadersysteem is 
het inbrengen van de katheter in de sinus coronarius. Met het CS-elektrode-inbreng-
systeem Selectra en eventueel verder toebehoren bieden zich hiervoor volgende proce-
dures aan.
Spuit met zijdelingse toegang verbinden (toedienen van contrastmiddel)
De zijdelingse toegangen van de binnenste en buitenste geleidekatheters zijn identiek
en daarom ook de procedure bij het toedienen van een contrastmiddel.
De spuit beschikt over een Luer-Lock-draad dat in het Luer-Lock-draad van het
bidirectionale ventiel of de eenwegkraan worden geschroefd.
Als eerder een afsluitkap op de zijdelingse toegang van de katheter was geschroefd,
moet deze door een bidirectionaal ventiel of een eenwegkraan worden vervangen.
De eenwegkraan kan op elk moment manueel worden geopend en gesloten.
Het bidirectionale ventiel wordt door inschroeven van de Luer-Lock-draad van de spuit
geopend, en sluit tijdens verwijderen van de spuit automatisch.
Sonderen van de sinus coronarius direct met de buitenste geleidekatheter
1 Geleidekatheter door het ostium in de sinus coronarius schuiven (behalve bochtvorm
Straight en Straight L).
Aan de zijdelingse toegang van de geleidekatheter kan een eenwegkraan of afsluitven-
tiel worden aangesloten om een contrastmiddel toe te dienen.
Sonderen van de sinus coronarius met een rechte buitenste geleidekatheter en
stuurbaar EP-katheter
Een rechte geleidekatheter (Straight of Straight L) kan alleen met behulp van een
stuurbare EP-katheter (bijvoorbeeld ViaCath NG 4/S/5mm, echter niet voor de USA)
gevormd resp. in de sinus coronarius worden geleid.
1 De stuurbare EP-katheter in de rechter geleidekatheter inbrengen.
2 Sinus coronarius met de stuurbare EP-katheter sonderen, EP-katheter in de sinus
coronarius schuiven.
3 Rechte geleidekatheter via de stuurbare EP-katheter in de sinus coronarius
schuiven.
Aan de zijdelingse toegang van de geleidekatheter kan een eenwegkraan of afsluit-
ventiel worden aangesloten om een contrastmiddel toe te dienen.
Sondering van de sinus coronarius met binnen- of diagnosekatheter
De sondering van de sinus coronarius kan door gebruik van een Selectra-binnen-
katheter of een geschikte diagnosekatheter (bijvoorbeeld HyperFlow MPA2 of AL1)
worden vereenvoudigd.
Selectra binnen- en buitenkatheter vormen een telescoopsysteem.
Neem bij gebruik van een diagnosekatheter de bijbehorende gebruiksaanwijzing in
acht.
Aan de zijdelingse toegang van de binnenste en buitenste Selectra-geleidekatheter kan
een eenwegkraan of afsluitventiel worden aangesloten, waarlangs indien nodig een
contrastmiddel kan worden toegediend.
Opmerking: Bij de binnenste Selectra-geleidekatheter is ook de hoofdtoegang met
een Luer-Loch-aansluiting uitgerust, zodat direct aan deze hoofdtoegang de spuit met
Luer-Lock-draad kan worden bevestigd. Hierdoor kan de binnenkatheter met een hand
worden gestuurd en gelijktijdig een contrastmiddel worden geïnjecteerd.
1 Sonderingskatheter (diagnosekatheter of Selectra-binnenkatheter) door de liggende
(buitenste) geleidekatheter in het atrium verder schuiven.
2 Met de sonderingskatheter de sinus coronarius sonderen en sonderingskatheter in
de sinus coronarius inbrengen.
3 Buitenste geleidekatheter via de sonderingskatheter in de sinus coronarius verder
schuiven of beide katheters samen verder schuiven.
Sondeer een zijdelingse doelader voor de elektrode met de binnenkatheter
De spuit van de binnenkatheter voorzichtig in de doelader draaien en verder schuiven.
Een voor de hiervoor bedoelde OTW-elektrode geschikte geleidedraad (max. diameter
0,36 mm of 0,014 Inch) door de binnenkatheter in de doelader inbrengen en eventueel
nog verder inschuiven.
De buitenste Selectra-katheter kan nu via de binnenkatheter verder worden geschoven.
Angiografie
Voor een betere oriëntering in het kransadersysteem kan een kansaderangiografie
worden uitgevoerd.
Via een liggende binnenkatheter kan direct een contrastmiddel worden geïnjecteerd.
Een duidelijk betere verdeling van het contrastmiddel wordt echter bereikt, als de
veneuze bloedstroom met een ballonkatheter tijdelijk worden onderbroken.
• Binnenkatheter of EP-diagnosekatheter verwijderen.
• Een geschikte flebogram-ballonkatheter (bijvoorbeeld Corodyn P1, echter niet voor
de USA) via de geleidekatheter in de sinus coronarius inbrengen.
Volg daarbij de gebruiksaanwijzing van de flebogram-ballonkatheter. Houd de tijd van
de bloedstroomonderbreking zo kort mogelijk.
Ventielinbrenghulp (Transvalvular Insertion Tool, TVI)
De ventielinbrenghulp (TVI) wordt in het geïntegreerde hemostatische ventiel geleid om
het doorleiden van 0,36 mm geleidedraden voor OTW-elektroden door het ventiel te
vereenvoudigen respectievelijk mogelijk te maken.
Bovendien zorgt de ventielinbrenghulp voor een optimale ventielwerking. Voordat de
elektrode vooruit wordt geschoven, moet de ventielinbrenghulp in de peel-away-proce-
dure verwijderd worden.
Inbrengen van de elektrode
Positionering van een OTW-elektrode met een diameter onder 5 F
• Een OTW-elektrode met een buitendiameter onder 5 F kan direct door de binnenste
geleidekatheter worden geleid.
De verdere procedure wordt beschreven in de gebruikshandleiding voor de desbetref-
fende CS-OTW-elektrode.
Om daarna de binnenste en buitenste geleidekatheters te verwijderen, moet de hier-
onder beschreven procedure met de slitter tool twee keer na elkaar (eerst voor de
binnenste, dan voor de buitenste katheter) worden uitgevoerd.
Positionering van een OTW-elektrode met een diameter groter dan 5 F
• Binnenkatheter verwijderen, hierbij geleide draad in zijn positie houden.
• OTW-elektrode via de geleidedraad door de buitenste katheter in doelader positio-
neren.
De verdere procedure wordt beschreven in de gebruikshandleiding voor de desbetref-
fende CS-OTW-elektrode.
Opmerking: De implantatietoebehoren van het CS-elektrode-inbrengsysteem
Selectra mogen alleen worden gebruikt met geschikte elektroden met een poly-
urethaanoppervlak of een oppervlak met vergelijkbaar glijvermogen en met een
diameter van 4,6 tot 5,8 F.
Geleidekatheter met Slitter Tool verwijderen
Opmerking: De geleidekatheters van het CS-elektrode-inbrengsysteem Selectra van
BIOTRONIK moeten met een slitter tool worden opengesneden en verwijderd.
1 Slitter tool in de ene hand, elektrode met te verwijderen katheter in de andere hand
nemen – zie afbeelding 2.
Opmerking: De slitter tool is zowel voor links- alsook voor rechtshandig gebruik
geschikt.
28
Afb. 2: Houding van de slitter tool, kleminrichting niet geopend
Legenda:
1 Greepschaal van de slitter tool
2 Lemmet
3 Kleminrichting voor de elektrode
2 Kleminrichting van de slitter tool door drukken op ontgrendeltoets openen en toets
ingedrukt houden.
3 Elektrode met de andere hand in de kleminrichting plaatsen.
Afb. 3: Elektrode in geopende kleminrichting plaatsen
4 Ontgrendeltoets loslaten – de elektrode wordt in inrichting vastgeklemd.
5 Greep van de katheter aan het lemmet van de slitter tool positioneren.
6 De hand die de slitter tool vasthoudt – indien mogelijk – ondersteunen. Katheter-
greep hierbij in een lijn met de slitter tool houden. Geleidekatheter tegen het lemmet
langs de slitter tool trekken en hierbij opensnijden.