Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Warmlaufzeit
Nach dem Starten des kalten Motors den Motor im Leerlauf
mit niedriger Drehzahl w
Motorelemente gut geschmiert werden. Bei kalten
Außentemperaturen verlängert sich die Warmlaufzeit, um die
Hydraulikflüssigkeit auf Betriebstemperatur zu bringen und
den Antriebsstrang ausreichend zu schmieren. Empfohlene
Warmlaufzeiten:
Umgebungstemp.
C°
0° & höher
0° bis –10°
-10° bis –20°
-20° & kälter
WICHTIG: Unzureichendes Warmlaufen kann folg
Probleme nach sich ziehen:
• schwere Motorschäden
• „Fresser" der Hydraulikpumpe
• Schäden an Triebstranglagern/Zahnrädern
• Beeinträchtigte Lenkung/Bremsleistung
ACHTUNG: Vor dem Warmlaufen sicher-
stellen, dass die Feststellbremse angezogen ist
und sich alle Bedienelemente in Leerlauf-
position befinden. Niemals den Traktor
unbeaufsichtigt lassen.
Wichtige Kontrollen durch den Fahrer
Während des Betriebs sind stets folgende Punkte zu beachten:
• Die Motoröldruck-W arnleuchte schaltet sich bei zu
niedrigem Öldruck ein. In diesem F
sofort stoppen.
• Die Ladek ontrollleuchte zeigt Probleme bei der
Batterieladung an. In diesem F all den Motor stoppen
und die Ursache ermitteln.
• Bei Überhitzen des Motors leuchtet die
Warnleuchte auf und zeigt H (Heiß) an. In diesem Fall
den Motor stoppen und abkühlen lassen. Dann die
Ursache ermitteln.
• Wenn der Kraftstof fstand im
gewissen Pe gel sinkt,
Warnleuchte auf. Umgehend tank
vermeiden, da sonst ein Entlüften des Kraft-
stoffsystems erforderlich wird.
ACHTUNG: KEINESFALLS den Traktor bei
laufendem oder heißem Motor warten. Den
Motor vorher abkühlen lassen.
HINWEIS: Bei Defekten im Kapitel „F
schlagen, um die Ursache zu ermitteln.
armlaufen lassen,
damit alle
Warmlaufzeit
5 bis 10 Min.
10 bis 20 Min.
20 bis 30 Min.
30 Min. oder länger
all den Motor
Temperatur-
Tank unter einen
leuchtet die Kraftstof
en. Leerf ahrten
ehlersuche" nach-
UTILISATION - BETRIEB - GEBRUIK
Opwarmperiode
Nadat u de machine met een k
motor op een laag toerental stationair draaien zodat alle
motorcomponenten v oldoende gesmeerd w orden. Bij k oude
omgevingstemperaturen is het nodige een langere
opwarmperiode in acht te nemen om ook de transmissieolie
en de aandrijvingscomponenten te smeren.
opwarmperiode:
Omgevingstemperatuur
C°
0° en hoger
0° tot –10°
-10° tot –20°
-20° en lager
ende
BELANGRIJK: Als u de motor niet op de juiste manier
opwarmt, kan dat leiden tot:
• ernstige motorschade
• het vastlopen van de hydr aulische pomp
• schade aan de aandrijvingslagers of aan de
versnellingen
• traag sturen of remmen
OPGELET: Zorg ervoor dat de handrem goed
is aangetrokken en plaats alle bedienings-
organen in de neutrale stand als u de motor
opwarmt. Laat de tractor niet onbemand
achter.
Waar de bestuurder op moet letten
Tijdens het gebruik v an de tractor , dient u v oortdurend te
letten op de onderstaande punten:
• Het v erklikkerlampje v oor de motoroliedruk licht op
als de motoroliedruk te laag is. Le
onmiddellijk stil.
• Het v erklikkerlampje v oor de acculading licht op als
de accu niet voldoende wordt opgeladen. Leg de motor
stil en onderzoek de oorzaak.
• De naald v oor de k oelvloeistoftemperatuur duidt H
(hot - heet) aan als de motor o
motor stil, laat hem afk oelen en zoek de oorzaak v an
f-
de oververhitting.
• De brandstofmeter mag nooit E (empty - lee
aangeven. Rijden zonder brandstof kan ertoe leiden dat
er lucht in het brandstofsysteem k omt en dan dient u
het te ontluchten.
OPGELET: Voer NOOIT een onderhoud uit
aan de tractor als de motor draait of warm is.
Laat de motor afkoelen.
NOOT: Raadpleeg het hoofdstuk "Pr oblemen oplossen" als
zich een probleem voordoet.
oude motor start, laat u de
Aanbevolen
Opwarmperiode
5 tot 10 minuten
10 tot 20 minuten
20 tot 30 minuten
30 min. of langer
g de motor
ververhit is. Le g de
g)
79
Publicité
Table des Matières
