Hauptkupplungspedal; Bremsen; Bremspedale; Feststellbremsen - Iseki TM3160 Notice D'emploi

HINWEIS: Der Zapfwellensc halter(4) muss in Verbindung mit dem
Wahlhebel für hinter e oder mittler e Zapfwellenposition
links unter dem F ahrersitz verwendet wer den, wenn die
Heckzapfwelle oder die mittler
wird. Die vollständig en Details hierzu f
Kapitel „Betrieb". Wenn sic h der Zapfwellensc halter in
„ON"-Position bef indet, kann der Motor nic ht g estartet
werden. Schalten Sie die Zapfwelle immer erst ab, bringen
Sie den Fahrbereichshebel in Leerlaufposition und starten
Sie dann den Motor.
WARNUNG: Schalten Sie Zapfwelle und Traktor-
motor immer aus, bevor Sie ein Anbaugerät warten,
das per Zapfwelle angetrieben wird. Warten Sie, bis
alle beweglichen Teile ruhig stehen, bevor Sie den
Fahrersitz verlassen.

HAUPTKUPPLUNGSPEDAL

(Mechanisches Getriebe)
ABB. 17: Wird das Fußpedal (1) vollständig durchgetreten, dann löst
sich der Motor v om Getriebe, so dass der Motor starten, die Gänge
gewählt / eingelegt oder die Traktorbewegung gestoppt werden kann.
Auch für den Zapfwellenbetrieb oder den
vorhanden) ist es notwendig,
langsames Anheben des Pedals rückt die K
Motorleistung wird wieder an das Getriebe und die Zapfwelle
übertragen.
HINWEIS: Das K upplungspedal sollte zügig dur chgetreten wer den,
um anomale Abnutzungserscheinungen zu vermeiden.
Lösen Sie das K upplungspedal jedoc h sanft, um ein
abruptes Fortbewegen des Traktors zu vermeiden. Spielen
Sie NICHT mit dem K
hydrostatischem Antrieb haben kein Kupplungspedal.
WICHTIG: Die k orrekte Einstellung des K upplungspedalspiels ist
unerlässlich. Schlagen Sie im Abschnitt „Wartung" nach.

BREMSEN

Bremspedale

ABB. 18 & 19: Das innere Bremspedal (1) und das äußere
Bremspedal (2) steuern jeweils die Bremsen für das link e und rechte
Rad, um das F ahren v on K urven zu erleichtern.
Traktortransports oder bei hoher Geschwindigk
Bremspedale mit einer Verzahnungsplatte (3) v erbunden werden.
Hydrostatische Modelle verfügen nicht über individuelle Radbremsen
sondern nur über ein einziges Bremspedal (5).
ACHTUNG: Verwenden Sie die individuellen Rad-
bremsen nicht beim Transport oder beim Betrieb bei
hohen Geschwindigkeiten. Verbinden Sie die Pedale
immer mit der Verzahnungsplatte (3). Vergewissern
Sie sich, dass die Bremsen gleichmäßig eingestellt sind.

Feststellbremsen

ABB. 18: Zum Anziehen der Feststellbremse den Feststellbremshebel
(4) hochziehen, um die Bremsen in der entsprechenden Position zu
blockieren.
Zum Lösen der Feststellbremse den Entrie gelungsknopf (6) drück en
und dann den Hebel (4) bis zum Anschlag absenken.
INSTRUMENTS & COMMANDES - INSTRUMENTE & BEDIENELEMENTE
e Zapfwelle verwendet
inden Sie im
Allradantrieb (f alls
die K upplung auszurück en. Durch
upplung ein und die
upplungspedal. Modelle mit
Während des
eit müssen die
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
NOOT: De PTO-schakelaar (4) moet worden gebruikt in combinatie
met de sc hakelaar voor de ac hter- en de middenaftakas
(PTO), links en onder de bestuur derszetel als de ac hter- en
middenaftakas wor den g ebruikt. Raadplee g het hoofdstuk
"Gebruik" voor meer details. Als de PT O-schakelaar in de
"ON"-stand staat, kan de motor niet worden gestart. Plaats
de PTO-schakelaar in de OFF-stand en de ver snellingspook
in neutraal om de motor te kunnen starten.
WAARSCHUWING: schakel de PTO uit en leg de
motor stil telkens als u een onderhoud uitvoert aan
een werktuig dat door de PTO wordt aangedreven.
Wacht tot alles volledig tot stilstand is gekomen
vooraleer u de bestuurderszetel verlaat.
KOPPELINGSPEDAAL (mechanische
versnellingsbak)
FIG. 17: Het k oppelingspedaal (1) k oppelt de motor vrij v an de
transmissie w anneer u het v olledig indrukt om v an v ersnelling t e
veranderen of om te stoppen. Ontkoppel ook om de aftakas (PTO) en
de vierwielaandrijving (als de tractor hiermee is uitgerust) te kiezen.
Als u het pedaal traag omhoog laat k omen, treedt de k oppeling in
werking en wordt de transmissie en de aftakas opnieuw aangedre ven.
NOOT: Druk het koppelingspedaal snel in om abnormale slijta ge te
voorkomen. Laat het k oppelingspedaal traag omhoogkomen
om bruuske bewegingen te voorkomen.
LAAT uw voet NIET RUSTEN op het koppelingspedaal.
Modellen met een hydr ostatische ver snellingsbak hebben g een
koppelingspedaal.
BELANGRIJK: Het is essentieel dat de speling op het
koppelingspedaal corr ect is. Raadplee
hoofdstuk "Onderhoud" voor meer details.
REMMEN
Rempedalen
FIG.18 en 19: Het binnenste rempedaal (1) en het b
rempedaal (2) re gelen onafhank elijk v an elkaar respectie velijk het
linker- en het rechterachterwiel om k orter te kunnen draaien. Als u
de tractor v ervoert of als u hem met een hoge snelheid bestuurt
moeten de rempedalen aan elkaar w
klemplaatje (3). De modellen met een h ydrostatische versnellingsbak
hebben geen aparte rempedalen maar een enk ele rempedaal (5).
OPGELET: Gebruik de aparte remmen niet als u de
tractor vervoert of met een hoge snelheid bestuurt.
Maak de pedalen altijd aan elkaar vast met behulp
van het klemplaatje (3). Zorg ervoor dat de remmen
gelijkmatig afgesteld zijn.
Handrem
FIG. 18: Schakel de park eerrem in door de handrem (4) aan te
trekken; zo worden de remmen in de gek ozen stand vergrendeld.
Druk op de knop (6) en laat de handrem omlaag in de vrije stand om
de parkeerrem uit te schakelen.
g het
uitenste
,
orden v astgemaakt met het
65